I binnen

bijwoord

Uitspraak:	[ˈbɪnə(n)]
Afbreekpatroon:	bin·nen

1) in een ruimte

Voorbeelden:	`Buiten regent het, binnen is het droog.`, `naar binnen gaan`
Antoniem:	buiten
Binnen!	(<dit zegt je tegen iemand die op je deur klopt, als toestemming om binnen te komen>) `Binnen zonder kloppen.`

2)

het schiet me te binnen dat

(ik herinner me dat) `Het schiet me ineens te binnen dat ik een afspraak heb.`

3)

niets naar binnen kunnen krijgen

(geen trek in eten hebben)

4)

van binnen;≠ van buiten

(aan de binnenkant) `die jas is van binnen groen en van buiten rood`

II binnen

voorzetsel

Uitspraak:	[ˈbɪnə(n)]
Afbreekpatroon:	bin·nen

1) <ter aanduiding van een plaats waarin iets is of gebeurt>

Voorbeeld:	`Binnen de bebouwde kom is de maximum snelheid vijftig kilometer.`
Antoniem:	buiten

2) <ter aanduiding dat iets korter duurt dan genoemd>

Voorbeeld:

`Ik ben binnen een uur bij je.`

binnen een tijdsspanne   binnenshuis   binnenskamers   daarbinnen   hierbinnen   in   op   per   te   buiten (antoniem)   

• voor de bui binnen zijn (=voordat het slechter wordt genoeg verdiend hebben)
• te binnen schieten (=er plots aan denken)
• naar binnen spelen (=opeten)
• je schip is binnen (=hij heeft zijn fortuin gemaakt)
• de lading binnen hebben (=dronken)
Toon alle 10 spreekwoorden die binnen bevatten

• 1.Voorbeeld: ‘binnen te buiten keren’: het binnenste buiten keren Voorbeeld: ‘De slijters kunnen 't vlas oprichten dat gesleten is en openzetten om het te laten verweren; de hagen moeten binnen te buiten gekeerd worden’ 2.Voorbeeld: ‘iets binnen hebben’: gegeten hebben, opgegeten hebben Voorbeeld...
• • [pronadvpart] • [seppart] •in een bepaald bestek of ruimte.
• in een ruimte vb: het is slecht weer, we blijven binnen Tegenstelling: buiten
• 1) In 2) In huis 3) Nummer van Marco Borsato 4) In minder tijd dan 5) Indoor 6) Inwendig 7) Bijwoord 8) Intra 9) Intern 10) Overdekt 11) Gereedschap van een feeks die iemand probeert over te halen 12) Gezeten 13) Schaapjes op het droge hebbend 14) Niet buiten 15) Voorzetsel
• 1> op min of meer beschut water. - Volgens de riviervissers: het water in polders (achter de rivierdijken). BINNEN ZIJN: van groot open water komend; in de haven of beschut water gekomen zijnd. Dus van het IJsselmeer, de Waddenzee, de Zeeuwse stromen e.d. op rivieren, meren, kanalen, vaarten en plassen gekome...

Toon uitgebreidere definities

• binnenafwerking• binnenantenne• binnenbaan• binnenbad• binnenband• binnenbarbecue• binnenbekleding• binnenbetimmering• binnenblad• binnenblijven• binnenbocht• binnenboord• binnenboordmotor• binnenbrand• binnenbreken• binnenbrengen• binnendeur• binnendienst• binnendijk• binnendijks
• Toon alle woorden die beginnen met binnen

• vanbinnen• waarbinnen• rechtsbinnen• linksbinnen
• Toon alle woorden die eindigen op binnen

1. (- een week, tien dagen) Is er een verschil tussen Ik doe dat binnen een week en Ik doe dat over een week? Zie Binnen / over
2. Schrijf je deze samenstelling van Engelse woorden aan elkaar? Zie indoor / in door

Wat betekent binnen?

'in een ruimte' en '' en '' en ''

Hoe spel je binnen?

binnen spel je B I N N E N

Wat is een ander woord voor binnen?

Andere woorden voor binnen zijn binnen een tijdsspanne, binnenshuis, binnenskamers, daarbinnen, hierbinnen, in, op, per en te.

Wat is het tegenovergestelde van binnen?

Een antoniem van binnen is buiten.

Zoek binnen op Woordenlijst.org
Zoek binnen op Google
Zoek binnen op Wikipedia