binden

werkw.

Uitspraak:	[ˈbɪndə(n)]
Afbreekpatroon:	bin·den
Vervoegingen:	bond (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft gebonden (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) erom heen doen en vastmaken

Voorbeeld:

`een touw om een paal binden`

2) (vloeistof) dikker maken

Voorbeeld:

`gebonden sauzen en soepen`

3)

gebonden zijn aan	(beperkt zijn in je vrijheid door) `aan huis gebonden zijn door kleine kinderen`
zich niet willen binden	(geen verplichtingen ten gevolge van een relatie willen aangaan) `Ik vind je leuk, maar ik wil me niet binden.`

bevestigen   boeien   boekbinden   bundelen   inbinden   ketenen   kluisteren   knevelen   knopen   strikken   vastbinden   vastleggen   vastmaken   losmaken (antoniem)   

• op het hart binden (=met de grootste nadruk zeggen)
• een dood paard aan een boom binden (=overdreven voorzichtig zijn)
• de kat op het spek binden (=iemand volop de gelegenheid geven zich te vergrijpen aan wat hij wil, maar beslist niet mag hebben)
• de duivel op het kussen binden (=met iedereen raad weten)
Naar de spreekwoorden

• Uit `De lagere vaktalen: Taal van kuipers, klompenmakers en kurkensnijders` 1914 ziet koppelmes.
• Het dikker maken van een vloeistof d.m.v aardappelmeel, maizena, bloem , eieren, gelatine enz. https://www.kokswereld.nl/content-culinairwoordenboek.html
• (binden / inbinden) De werkzaamheden die moeten worden uitgevoerd om van losse vellen een boek te maken (door middel van draad, garen, kleefstof of anderszins. Ook het in een omslag steken van deze verzamelde bladzijden). In het binden worden vier hoofdsoorten onderscheiden: Tot katernen gevouwen vellen kunne...
• •vastmaken (evt. figuurlijk).
• er omheen doen en vastmaken vb: hij bond het touw om de stapel kranten een gerecht dikker maken vb: ik bond de soep met bloem hem in zijn vrijheid beperken vb: mijn moeder is aan huis gebonden Tegenstelling: vrijlaten

Toon uitgebreidere definities

• bindend

• aanbinden• afbinden• doorverbinden• ontbinden• opbinden• vastbinden• verbinden• voorbinden• toebinden• samenbinden• ombinden• inbinden• dichtbinden• de kat op het spek binden• de kat de bel aanbinden• boekbinden• bijeenbinden• bebinden• aaneenbinden

binden (vastmaken)

Waar komt de uitdrukking de kat op het spek binden vandaan en wat wordt ermee bedoeld? Zie De kat op het spek binden

Wat is de verleden tijd van binden?

De verleden tijd van binden is 'bond'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gebonden'.

Wat betekent binden?

'erom heen doen en vastmaken' en '(vloeistof) dikker maken' en ''

Hoe spel je binden?

binden spel je B I N D E N

Wat is een ander woord voor binden?

Andere woorden voor binden zijn bevestigen, boeien, boekbinden, bundelen, inbinden, ketenen, kluisteren, knevelen, knopen, strikken, vastbinden, vastleggen en vastmaken.

Wat is het tegenovergestelde van binden?

Een antoniem van binden is losmaken.

Zoek binden op Woordenlijst.org
Zoek binden op Google
Zoek binden op Wikipedia