bijpraten

werkw.
Uitspraak:  [ˈbɛipratə(n)]
Afbreekpatroon:  bij·pra·ten
Vervoegingen:  praatte bij (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft bijgepraat (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

in een gesprek (iemand of elkaar) de laatste ontwikkelingen laten weten
Voorbeelden:  `We moeten nodig weer eens bijpraten.`,
`iemand na zijn vakantie bijpraten`


1 definitie op Encyclo
  • 1) Updaten
Toon uitgebreidere definities

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van bijpraten?
De verleden tijd van bijpraten is 'praatte bij'. Het voltooid deelwoord is 'heeft bijgepraat'.
Wat betekent bijpraten?
'in een gesprek (iemand of elkaar) de laatste ontwikkelingen laten weten'
Hoe spel je bijpraten?
bijpraten spel je B I J P R A T E N

Op andere websites
Zoek bijpraten op Woordenlijst.org
Zoek bijpraten op Google
Zoek bijpraten op Wikipedia