biggelen

werkw.

Afbreekpatroon:	'big - ge - len
Vervoegingen:	biggelde (verl.tijd )
Vervoegingen:	heeft gebiggeld (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) met bikkels of kiezelsteentjes spelen ^algemeen

Synoniem:

biegelen; bikkelen; bickelen

2) naar beneden rollen (van tranen) ^algemeen

Voorbeeld:

`De tranen biggelden over haar wangen.`

druipen   stromen   

• 1.(van zweet, tranen,...) parelen, afdruppelen (WNT) Voorbeeld: ‘De hemel bleef grauw en 't zijpelden fijne stofdruppels die overal in- en doordrongen en bleven biggelen lijk opgesnoerde perels aan de blaren van de beukenhaag’ Voorbeeld: ‘De blaren hingen vol glinsterdruppels die biggelden op het blink...
• (van tranen) naar beneden rollen Jaar van herkomst: 1599 (Kil. )
• 1) Vloeien 2) Naar beneden rollen 3) Naar beneden stromen 4) Rollen van tranen 5) Druipen 6) Stromen
• snel omlaag druppelen; naar beneden stromen

Toon uitgebreidere definities

biggelen (naar beneden rollen van tranen)

Wat is de verleden tijd van biggelen?

De verleden tijd van biggelen is 'biggelde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gebiggeld'.

Wat betekent biggelen?

'met bikkels of kiezelsteentjes spelen' en 'naar beneden rollen (van tranen)'

Hoe spel je biggelen?

biggelen spel je B I G G E L E N

Wat is een ander woord voor biggelen?

Andere woorden voor biggelen zijn druipen en stromen.

Zoek biggelen op Woordenlijst.org
Zoek biggelen op Google
Zoek biggelen op Wikipedia