bezetten

werkw.

Uitspraak:	[bəˈzɛtə(n)]
Afbreekpatroon:	be·zet·ten
Vervoegingen:	bezette (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft bezet (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) ruimte, plaats innemen

Voorbeeld:	`Sorry, deze stoel is al bezet.`
Synoniem:	innemen

2) een gebied of ruimte veroveren en onder controle houden ^defensie

Voorbeelden:	`de bezette gebieden`, `een plekje aan het strand bezetten`
Synoniem:	innemen
het hoofdkantoor bezetten	(als protestactie het hoofdkantoor innemen)

Synoniemen

8 definities op Encyclo

[Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Bezetten``] Een terreinvoorwerp, eene bewoonde plaats, enz. met troepen bezetten, om ze te verdedigen
• [ov]
een plaats in beslag nemen vb: de hele rij stoelen was door onze familie bezet Synoniem: innemen de leiding overnemen vb: in de oorlog werd Nederland door Duitsland bezet uit protest in beslag nemen vb: deze actiegroep heeft de kerk bezet
1) Veroveren 2) Aanbrengen van een laag kalkspecie op metselwerk 3) Een plaats innemen 4) Bekleden 5) Afzetten 6) Binnendringen 7) Flankeren 8) Binnentrekken 9) Occuperen 10) Kraken 11) Trachten te bemachtigen 12) Innemen 13) In beslag nemen 14) In bezit nemen 15) Inlijven
1> een eind touw van een omwikkeling, een takeling, voorzien. Ook betakelen genoemd. Gerelateerde term bindselen. 2> waarschijnlijk: de ankertros direct achter het kluisbord vastzetten, opdat de spanning van de tros kan en men de tros een eindje over de braadspil kan verseizen.

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

De verleden tijd van bezetten is 'bezette'. Het voltooid deelwoord is 'heeft bezet'.

'ruimte, plaats innemen' en 'een gebied of ruimte veroveren en onder controle houden'

bezetten spel je B E Z E T T E N

Andere woorden voor bezetten zijn afzetten, binnentrekken en innemen.

Op andere websites

Recentelijk gezocht