bevelen

werkw.

Uitspraak:	[bəˈvelə(n)]
Afbreekpatroon:	be·ve·len
Vervoegingen:	beval (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft bevolen (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

dwingend opdragen

Voorbeeld:	`De agent beval de fietser te stoppen.`
Synoniem:	commanderen

aanschrijven   commanderen   decreteren   dicteren   gebieden   gelasten   opdragen   ordonneren   verordenen   verordonneren   voorschrijven   zeggen   smeken (antoniem)   

• • [inerg] een dwingende opdracht geven.
• iemand een opdracht geven vb: ik beveel je daarmee te stoppen!
• 1) Opleggen 2) Opdragen 3) Toevertrouwen 4) Lasten 5) Lastgeven 6) Orders geven 7) Verordonneren 8) Gebieden 9) Decreteren 10) Kosten 11) Voorschrijven 12) Zeggen 13) Instructies geven 14) Aanschrijven 15) Aanzeggen 16) Gelasten 17) Noemen 18) Bevelvoeren 19) Eisen 20) Dicteren 21) Heten 22) Commanderen
• Een bevel geven [basiswoordenlijst groep 7]
• gelasten, orders geven

Toon uitgebreidere definities

• bevelend

• aanbevelen

bevelen (gelasten)

Waar komt de wind eronder hebben vandaan en wat wordt ermee bedoeld? Zie De wind eronder hebben

Wat is de verleden tijd van bevelen?

De verleden tijd van bevelen is 'beval'. Het voltooid deelwoord is 'heeft bevolen'.

Wat betekent bevelen?

'dwingend opdragen'

Hoe spel je bevelen?

bevelen spel je B E V E L E N

Wat is een ander woord voor bevelen?

Andere woorden voor bevelen zijn aanschrijven, commanderen, decreteren, dicteren, gebieden, gelasten, opdragen, ordonneren, verordenen, verordonneren, voorschrijven en zeggen.

Wat is het tegenovergestelde van bevelen?

Een antoniem van bevelen is smeken.

Zoek bevelen op Woordenlijst.org
Zoek bevelen op Google
Zoek bevelen op Wikipedia