betamelijk

bijv.naamw.
Uitspraak:  [bə'tamələk]
Afbreekpatroon:  be·ta·me·lijk

zoals het hoort
Voorbeelden:  `Hoe moet je betamelijk zoenen: twee of drie keer?`,
`Wie bepaalt wat betamelijk is?`,
`ervoor zorgen dat iets betamelijk blijft`
Antoniem:  onbetamelijk
Synoniemen:  netjes, behoorlijk


Synoniemen
behoorlijk   decent   eerbaar   fatsoenlijk   gepast   netjes   welgevoeglijk   welvoeglijk   zedig   

5 definities op Encyclo
  • •fatsoenlijk.
  • 1) Kies 2) Juist 3) Gepast 4) Gevoeglijk 5) Oorbaar 6) Welvoeglijk 7) Recht 8) Redelijk 9) Verschuldigd 10) Passelijk 11) Passend 12) Zedig 13) Goed 14) Goedschiks 15) Netjes 16) Eerlijk 17) Eerbaar 18) Keurig 19) In vrij grote mate 20) Naar behoren 21) Behoorlijk 22) Decent 23) Fatsoenlijk 24) Fatsoen
  • gepast
  • gepast Jaar van herkomst: 1296 (CG I4, 2279 )
  • voegzaam, gepast, passend
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met betamelijk:
betamelijkheid

Deze woorden eindigen op betamelijk:
onbetamelijk

Herkomst volgens etymologiebank.nl
betamelijk (gepast)

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat betekent betamelijk?
'zoals het hoort'
Hoe spel je betamelijk?
betamelijk spel je B E T A M E L I J K
Wat is een ander woord voor betamelijk?
Andere woorden voor betamelijk zijn behoorlijk, decent, eerbaar, fatsoenlijk, gepast, netjes, welgevoeglijk, welvoeglijk en zedig.

Op andere websites
Zoek betamelijk op Woordenlijst.org
Zoek betamelijk op Google
Zoek betamelijk op Wikipedia