besproeien

werkw.

Uitspraak:	[bə'sprujə(n)]
Afbreekpatroon:	be·sproei·en
Vervoegingen:	besproeide (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft besproeid (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

met een straal water of andere vloeistof nat maken

Voorbeelden:	`de planten besproeien`, `besproeien met chemische middelen`
Synoniem:	sproeien op

Synoniemen

4 definities op Encyclo

• [ov] natmaken met fijne druppels.
1) Beregenen 2) Arroseren 3) Bevochtigen 4) Bevloeien 5) Bespuiten 6) Netten 7) Irrigeren 8) Bewateren 9) Sproeien 10) Begieten 11) Hozen 12) Natten 13) Natmaken met fijne druppels 14) Natmaken 15) Naspuiten 16) Sirammen (Maleis) 17) Dropen 18) Wateren 19) Gieten 20) Water geven 21) Aangieten
Een ondergrond geheel of gedeeltelijk bedekken met een vloeistof, met schuim of soms met stof met behulp van een spuitbus. Categorie: Procédés en Technieken > coaten.
Veel kamerplanten komen oorspronkelijk uit een tropische omgeving met hoge luchtvochtigheid. Het advies is dan om deze planten te besproeien; met een plantenspuit elke dag de plant sprayen met water om de luchtvochtigheid te verhogen.

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

De verleden tijd van besproeien is 'besproeide'. Het voltooid deelwoord is 'heeft besproeid'.

'met een straal water of andere vloeistof nat maken'

besproeien spel je B E S P R O E I E N

Andere woorden voor besproeien zijn begieten, bespuiten, bevloeien, bevochtigen, gieten, sproeien, water geven en wateren.

Op andere websites

Recentelijk gezocht