bespeuren

werkw.
Uitspraak:  [bəˈspɵ:rə(n)]
Afbreekpatroon:  be·speu·ren
Vervoegingen:  bespeurde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft bespeurd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

bemerken
Voorbeelden:  `wantrouwen bespeuren bij de tegenpartij`,
`onraad bespeuren`
Synoniem:  gewaarworden


Synoniemen
bemerken   gewaarworden   merken   ontdekken   ontwaren   voel   voelde   voelen   waarnemen   zag   zie   zien   

1 definitie op Encyclo
  • 1) Bemerken 2) Gewaarworden 3) Ruiken 4) Opmerken 5) Merken 6) Voel 7) Zie 8) Gadeslaan 9) Voelen 10) Zien 11) Ontwaren 12) Bekennen 13) Speuren 14) Vinden 15) Waarnemen 16) Ontdekken
Toon uitgebreidere definities

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van bespeuren?
De verleden tijd van bespeuren is 'bespeurde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft bespeurd'.
Wat betekent bespeuren?
'bemerken'
Hoe spel je bespeuren?
bespeuren spel je B E S P E U R E N
Wat is een ander woord voor bespeuren?
Andere woorden voor bespeuren zijn bemerken, gewaarworden, merken, ontdekken, ontwaren, voel, voelde, voelen, waarnemen, zag, zie en zien.

Op andere websites
Zoek bespeuren op Woordenlijst.org
Zoek bespeuren op Google
Zoek bespeuren op Wikipedia