de beroepsgroep

zelfst.naamw. (m./v.)

Uitspraak:	[bə'rupsxrup]
Afbreekpatroon:	be·roeps·groep
Verbuigingen:	beroepsgroepen (meerv.)

groep mensen met dezelfde of vergelijkbare beroepen (1)

Voorbeelden:

`beroepsgroep onderwijs`, `vacatures rangschikken naar beroepsgroep`

branche   

• 1) Branche
• Beroepsgroep : personen met hetzelfde beroep of zij die werkzaam zijn in dezelfde sector. [basiswoordenlijst groep 6]
• De plaats in de indeling van beroepen volgens de Beroepenindeling ROA-CBS 2014. Beroepsgroepen zijn gevormd door beroepen die overeenkomen in niveau en richting van de benodigde bekwaamheden te combineren. De indeling van de BRC 2014 naar beroepsgroepen is een indeling in 114 groepen.
• Groep van personen met hetzelfde of een verwant beroep, bv. advocaten en notarissen.

Toon uitgebreidere definities

Is het 'de beroepsgroep' of 'het beroepsgroep'?

Het is 'de beroepsgroep', want beroepsgroep is mannelijk en vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die beroepsgroep'.

Wat is het meervoud van beroepsgroep?

Het meervoud van beroepsgroep is 'beroepsgroepen'. Eén beroepsgroep, twee beroepsgroepen.

Wat betekent beroepsgroep?

'groep mensen met dezelfde of vergelijkbare beroepen '

Hoe spel je beroepsgroep?

beroepsgroep spel je B E R O E P S G R O E P

Wat is een ander woord voor beroepsgroep?

Een ander woord beroepsgroep is branche.

Zoek beroepsgroep op Woordenlijst.org
Zoek beroepsgroep op Google
Zoek beroepsgroep op Wikipedia