het beroep

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[bəˈrup]
Afbreekpatroon:	be·roep
Verbuigingen:	beroepen (meerv.)

1) dat wat je doet om je geld te verdienen

Voorbeelden:	`metselaar van beroep zijn`, `een beroep uitoefenen`
Synoniem:	vak
vrije beroepen	(beroepen waarbij je niet bij iemand in dienst bent, bijvoorbeeld advocaat, architect of tandarts)

2) verzoek om hulp aan iemand

Voorbeeld:	`een beroep doen op iemand`
Synoniem:	appel

3) verzoek aan een hogere rechtbank om een vonnis te veranderen ^juridisch

Voorbeelden:	`hoger beroep aantekenen`, `in beroep gaan bij het Europese Hof`
Synoniem:	appel

ambacht   ambt   appel   bijbaantje   professie   regres   vak   werk   

• eten en drinken is geen beroep / ambacht. (=werken is noodzakelijk om te kunnen leven.)
Naar de spreekwoorden

• , activiteit waarmee men in zijn levensbehoeften voorziet, betrekking, werkkring. De burgerlijke stand en de bevolkingsregisters uit de 19e eeuw zijn bronnen waarin van vrijwel iedereen die een beroep uitoefende, vermeld wordt welk beroep dat was. Het beroep bij overlijden, indien er dan nog een beroep werd u...
• •een bezigheid waarmee men de kost verdient.
• wat je doet om geld te verdienen vb: hij is automonteur van beroep Synoniemen: vak professie
• (arbeid) De verzameling van werkzaamheden en taken, die behoren tot een baan van een persoon. Op het meest gedetailleerde niveau van de Beroepenindeling ROA CBS 2014 (BRC 2014) wordt een verzameling van gelijksoortige takenpakketten een “beroep” genoemd. De beroepen zijn gelijk aan de unit groups van de I...
• (juridisch) Verzoek van een belanghebbende aan een rechter om een bestuursorgaan op te dragen een beslissing te herzien. Dit kan pas als het bestuursorgaan een beslissing heeft genomen nadat er bezwaar was ingediend tegen de oorspronkelijke beslissing. Zowel de belanghebbende als het bestuursorgaan kan beroep...

Toon uitgebreidere definities

• beroepbaar• beroepen• beroepen op• beroepencode• beroepengids• beroepenspiegel• beroepenveld• beroepenvoorlichting• beroeper• beroeping• beroeps• beroepsaansprakelijkheid• beroepsacteur• beroepsactiviteit• beroepsarbeid• beroepsastma• beroepsbegeleidende leerweg• beroepsbekwaamheid• beroepsbeoefenaar• beroepsbevolking
• Toon alle woorden die beginnen met beroep

• kroonberoep• vertrouwensberoep• leraarsberoep• knelpuntberoep• hoofdberoep• hof van beroep• contactberoep• cassatieberoep• bijberoep
• Toon alle woorden die eindigen op beroep

beroep (werkkring; appèl)

1. Is het beroep doen op of een beroep doen op? Zie Beroep doen op / een beroep doen op
2. Mag een vrouw zichzelf coördinator noemen, of is alleen coördinatrice juist? Zie Vrouwelijke beroepsnamen

Is het 'de beroep' of 'het beroep'?

Het is 'het beroep', want beroep is onzijdig. Als je het aanwijst is het 'dat beroep'.

Wat is het meervoud van beroep?

Het meervoud van beroep is 'beroepen'. Eén beroep, twee beroepen.

Wat betekent beroep?

'dat wat je doet om je geld te verdienen' en 'verzoek om hulp aan iemand' en 'verzoek aan een hogere rechtbank om een vonnis te veranderen'

Hoe spel je beroep?

beroep spel je B E R O E P

Wat is een ander woord voor beroep?

Andere woorden voor beroep zijn ambacht, ambt, appel, bijbaantje, professie, regres, vak en werk.

Zoek beroep op Woordenlijst.org
Zoek beroep op Google
Zoek beroep op Wikipedia