benepen

bijv.naamw.

Uitspraak:	[bə'nepə(n)]
Afbreekpatroon:	be·ne·pen

met zeer beperkte meningen en veel morele afkeuring

Voorbeelden:	`benepen opvattingen`, `benepen en bange mensen`, `benepen denken`
Synoniemen:	bekrompen, kleingeestig

angstig   bekrompen   kleingeestig   kleinzielig   gul (antoniem)   

• zonder begrip voor anderen vb: ze heeft benepen opvattingen over het opvoeden van kinderen Synoniemen: bekrompen kortzichtig kleinzielig beperkt waar je aan kunt merken dat iemand bang is vb: met een benepen stem vroeg ze wat ik wilde
• 1) Bang 2) Kleingeestig 3) Kleindenkend 4) Kleinmoedig 5) Kleinzielig 6) Smal 7) Bekrompen 8) Maf 9) Timide 10) Enghartig 11) Enggeestig 12) Eng 13) Nauw 14) Sip 15) Hachelijk 16) Frikkerig 17) Beklemd 18) Angstig 19) Beteuterd 20) Benauwd 21) Benard
• benauwd Jaar van herkomst: 1599-1607 (Kil. )

Toon uitgebreidere definities

• benepenheid

benepen (benauwd, bekrompen)

Wat betekent benepen?

'met zeer beperkte meningen en veel morele afkeuring'

Hoe spel je benepen?

benepen spel je B E N E P E N

Wat is een ander woord voor benepen?

Andere woorden voor benepen zijn angstig, bekrompen, kleingeestig en kleinzielig.

Wat is het tegenovergestelde van benepen?

Een antoniem van benepen is gul.

Zoek benepen op Woordenlijst.org
Zoek benepen op Google
Zoek benepen op Wikipedia