Zoek

de bel

zelfst.naamw. (m./v.)
Uitspraak:  [bɛl]
Verbuigingen:  bellen (meerv.)

apparaat waar je op drukt of aan trekt en dat een rinkelend geluid maakt
Voorbeelden:  `deurbel`,
`fietsbel`,
`De bel gaat.`
aan de bel trekken  (alarm slaan)
belletje trekken  (ondeugend spel waarbij je ergens aanbelt en dan hard wegrent)


Synoniemen
klok   plas   schel   

Spreekwoorden en zegswijzen
• de kat de bel aanbinden (=als eerste een begin maken aan iets moeilijks (een lastige klus of een ingewikkeld gesprek))
• aan de bel trekken (=duidelijk maken dat er iets aan de hand is; duidelijk maken dat er iets niet klopt)
Naar de spreekwoorden

12 definities op Encyclo
  • [Soldatentaal, 1914] aan de bel trekken: jagen, als een paard op hol is.
  • , afkorting voor belastingen.
  • [I] gasbolletje [II] schel
  • apparaatje dat je laat klinken vb: de bel gaat, doe de deur eens open! iemand een belletje geven [even opbellen] belletje trekken [aanbellen en hard wegrennen] aan de bel trekken [aandacht vragen voor een misstand] de kat de bel aanbinden [als eerste over een moeilijk onderwerp beginnen] toeters en bellen [ov...
  • [Bargoens, boeventaal] groot glas.
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met bel:
• bel-etage• bel-me-nietregister• belaadbaar• belaagster• belabberd• belachelijk• belachelijkheid• beladen• beladenheid• belader• belading• beladingsgraad• belagen• belager• belaging• belanden• belang• belangeloos• belangeloosheid• belangenafweging
• Toon alle woorden die beginnen met bel

Deze woorden eindigen op bel:
• abominabel• acceptabel• aimabel• alarmbel• Bijbel• penibel• bobbel• bubbel• capabel• chantabel• comfortabel• compatibel• comptabel• decibel• deurbel• driedubbel• dubbel• fabel• flexibel• formidabel
• Toon alle woorden die eindigen op bel

Herkomst volgens etymologiebank.nl
  1. bel (geluidseenheid)
  2. bel (luchtblaasje; bobbel)
  3. bel (schel, klok)
  4. bel = Baäl
  5. bel


Taaladvies
(het belt / de bel gaat) Is het belt correct? Zie Bellen

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de bel' of 'het bel'?
Het is 'de bel', want bel is mannelijk en vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die bel'.
Wat is het meervoud van bel?
Het meervoud van bel is 'bellen'. Eén bel, twee bellen.
Wat betekent bel?
'apparaat waar je op drukt of aan trekt en dat een rinkelend geluid maakt'
Hoe spel je bel?
bel spel je B E L
Wat is een ander woord voor bel?
Andere woorden voor bel zijn klok, plas en schel.

Op andere websites
Zoek bel op Woordenlijst.org
Zoek bel op Google
Zoek bel op Wikipedia