beknibbelen

werkw.
Uitspraak:  [bə'knɪbələ(n)]
Afbreekpatroon:  be·knib·be·len
Vervoegingen:  beknibbelde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft beknibbeld (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

minder geld uitgeven
Voorbeelden:  `de overheid beknibbelt`,
`beknibbelen op personeelskosten`


Synoniemen
afdingen   besparen   knibbelen   knijpen   schrapen   

3 definities op Encyclo
  • bedillen, bevitten (VD, WNT) - Voorbeeld: ‘Gewend aan een uiterst verzorgd huishouden, wisten Pauwels dochters zich hoger van stand en daarom waren Clara en Elsje er op gemunt alles te beknibbelen wat niet in de puntjes zijn zou’
  • (Amsterdams) bezuinigen
  • 1) Pietluttig bezuinigen 2) Op iets afdingen 3) Knibbelen 4) Krenten 5) Schrapen 6) Knijpen 7) Bezuinigen 8) Besparen 9) Bekorten 10) Afdingen 11) Afdingen op
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
beknibbelen (afdingen op, tornen aan)

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van beknibbelen?
De verleden tijd van beknibbelen is 'beknibbelde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft beknibbeld'.
Wat betekent beknibbelen?
'minder geld uitgeven'
Hoe spel je beknibbelen?
beknibbelen spel je B E K N I B B E L E N
Wat is een ander woord voor beknibbelen?
Andere woorden voor beknibbelen zijn afdingen, besparen, knibbelen, knijpen en schrapen.

Op andere websites
Zoek beknibbelen op Woordenlijst.org
Zoek beknibbelen op Google
Zoek beknibbelen op Wikipedia