bedonderen

werkw.
Uitspraak:  [bəˈdɔndərə(n)]
Afbreekpatroon:  be·don·de·ren
Vervoegingen:  bedonderde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft bedonderd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

bedriegen
Synoniem:  belazeren
de kluit bedonderen  (iedereen bedriegen)
Ben je nou helemaal bedonderd?  (<dit zeg je als afkeurend commentaar op gedrag of op een voorstel>)


Synoniemen
afzetten   bedotten   bedriegen   beduvelen   belazeren   besodemieteren   bezwendelen   misleiden   oplichten   zwendelen   

3 definities op Encyclo
  • niet eerlijk zijn vb: hij heeft mij bedonderd, toen hij die rommel verkocht Synoniemen: bedriegen misleiden belazeren
  • 1) Afzetten 2) Bezwendelen 3) Beduvelen 4) Misleiden 5) Beetnemen 6) Bedriegen 7) Oplichten 8) Zwendelen 9) Bedotten 10) Besodemieteren 11) Belazeren
  • bedriegen, in de maling nemen
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
bedonderen

Taaladvies
  1. Waar komt de uitdrukking iemand een loer draaien vandaan? Zie Iemand een loer draaien
  2. Waar komt de uitdrukking iemand een oor aannaaien vandaan? Zie Iemand een oor aannaaien


Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van bedonderen?
De verleden tijd van bedonderen is 'bedonderde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft bedonderd'.
Wat betekent bedonderen?
'bedriegen'
Hoe spel je bedonderen?
bedonderen spel je B E D O N D E R E N
Wat is een ander woord voor bedonderen?
Andere woorden voor bedonderen zijn afzetten, bedotten, bedriegen, beduvelen, belazeren, besodemieteren, bezwendelen, misleiden, oplichten en zwendelen.

Op andere websites
Zoek bedonderen op Woordenlijst.org
Zoek bedonderen op Google
Zoek bedonderen op Wikipedia