I het bankroet

zelfst.naamw.

1) situatie waarin je je schulden niet meer kunt betalen

Voorbeeld:	`bankroet van een fabriek`
Synoniem:	faillissement

2) totale mislukking

Voorbeeld:	`bankroet van een samenleving`
Synoniem:	fiasco

II bankroet

bijv.naamw.

Uitspraak:	[bɑŋk'rut]
Afbreekpatroon:	bank·roet

als je je schulden niet meer kunt betalen

Voorbeeld:

`bankroet gaan`

Synoniemen

8 definities op Encyclo

als je je schulden niet meer kunt betalen vb: hij had grote schulden en is uiteindelijk bankroet gegaan Synoniem: failliet
Let op: Spelling van 1858 bankbreuk, onvermogen om zijne schulden te betalen. Bankroetier, hij, die zijne schulden niet betalen kan
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] onvermogend te betalen, naar de geldschieters in Italië, die het geld, dat zij hadden uit te leenen, op een banco of bank ten toon stelden; bij staking der zaken werd zijn bank (toonbank) weggebroken en hij had een banca rotta = gebroken bank; hij was bankroet.
1) Fiasco 2) Je schuld niet meer kunnen betalen 3) Krach 4) Zakelijke mislukking 5) Blut 6) Insolvent 7) Foetsie 8) Zijn schuld niet meer kunnen voldoen 9) Bankbreuk 10) Staking van betalingen 11) Berooid 12) Nulkapitaal 13) Pleite (volkstaal) 14) Collaps 15) Failliet 16) Faillissement 17) Geruineerd
bankbreuk, faillissement Jaar van herkomst: 1555 (Claes )

Deze woorden beginnen met bankroet:

Deze woorden eindigen op bankroet:

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

Het is 'het bankroet', want bankroet is onzijdig. Als je het aanwijst is het 'dat bankroet'.

Het meervoud van bankroet is 'bankroeten'. Eén bankroet, twee bankroeten.

'situatie waarin je je schulden niet meer kunt betalen' en 'totale mislukking'

bankroet spel je B A N K R O E T

Andere woorden voor bankroet zijn bankbreuk, failliet, faillissement, fiasco, geruineerd en krach.

Op andere websites