de bank

zelfst.naamw. (m./v.)

Uitspraak:	[bɑŋk]
Verbuigingen:	banken (meerv.)

1) zitmeubel voor meer dan één persoon

Voorbeelden:	`tv kijken op de bank`, `kerkbank`, `een bankje op een mooi punt van het wandelpad`
Synoniem:	zitbank
een speler op de bank laten zitten	(niet laten meespelen in een wedstrijd)

2) bedrijf dat in geld handelt ^financieel

Voorbeelden:	`een rekening openen bij een bank`, `bankrekening`
geld op de bank zetten	(geld op een (spaar)rekening bij een bank zetten)
de bank van lening	(kantoor waar je geld kunt lenen in ruil voor een kostbaar voorwerp als onderpand)

bankbedrijf   bankgebouw   bestand   canapé   casino   draaibank   handelsbank   zandbank   zitbank   zitplaats   

• zo zeker als de bank (=iemand die in alles te vertrouwen is)
• voor stoelen en banken praten (=maar weinigen die naar iemands verhaal luisteren)
• je mening niet onder stoelen of banken steken (=je mening niet verbergen, openlijk voor je standpunten uit durven komen, bij voorbeeld van afkeuring van iets)
• iemand achter de bank schuiven (=iemand minachtend behandelen)
• door de bank genomen (=gemiddeld; meestal; gewoonlijk)
Naar de spreekwoorden

Hoe kun je met bank een ander begrip versterken?
solide als de bank (van Engeland);

• Uit `De lagere vaktalen: De tabakbewerkerstaal` 1914 stapel gedroogde tabaksblaren.
• [Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Bank``] 1o. Kanonbank. Zie Geschutstellingen. 2o. Verheffing van den bodem der zee of van eene rivier, gewoonlijk zeer lang in vergelijking van de breedte. De B. ontstaan op verschillende wijzen, hetzij door aanslibbing van zand - zandbanken, door den bouw der koraaldier...
• [I] geldbank [II] meubelstuk [III] zandbank; ondiepte
• meubelstuk voor twee of meer personen vb: we zaten op een bankje in het park iets niet onder stoelen of banken steken [er rond voor uitkomen]
• [Let op: Spelling en uitleg uit 1890] (Bargoens) hier.

Toon uitgebreidere definities

• bank-verzekeraar• bankaandeel• bankactie• bankafschrift• bankbed• bankbediende• bankbedrijf• bankbelasting• bankbiljet• bankboek• bankbreuk• bankbrief• bankbus• bankcombinatie• bankconcern• bankconsortium• bankconto• bankcrisis• bankdeposito• bankdirecteur
• Toon alle woorden die beginnen met bank

• bedbank• databank• draaibank• mosselbank• rechtbank• reservebank• slaapbank• spermabank• toonbank• vensterbank• zitbank• zonnebank• zodenbank• zetbank• zandbank• zakenbank• zaagbank• zaadbank• wolkenbank• wisselbank
• Toon alle woorden die eindigen op bank

bank (meubelstuk; ondiepte in zee; bewaarplaats)

1. (genomen) Wat is de correcte uitdrukking in de volgende zin: Door de bank (genomen) vergaderen ze efficiënt of Door de band (genomen) vergaderen ze efficiënt? Zie Door de band
2. Is zetel een correct woord voor een zitmeubel voor eenofmeer personen? Zie Zetel / stoel / bank

Is het 'de bank' of 'het bank'?

Het is 'de bank', want bank is mannelijk en vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die bank'.

Wat is het meervoud van bank?

Het meervoud van bank is 'banken'. Eén bank, twee banken.

Wat betekent bank?

'zitmeubel voor meer dan één persoon' en 'bedrijf dat in geld handelt'

Hoe spel je bank?

bank spel je B A N K

Wat is een ander woord voor bank?

Andere woorden voor bank zijn bankbedrijf, bankgebouw, bestand, canapé, casino, draaibank, handelsbank, zandbank, zitbank en zitplaats.

Zoek bank op Woordenlijst.org
Zoek bank op Google
Zoek bank op Wikipedia