I de bang

zelfst.naamw. (m./v.)

Uitspraak:	[bEŋ]
Verbuigingen:	bangs (meerv.)

big bang

(ontstaan van het heelal) Synoniem: oerknal

II bang

bijv.naamw.

Uitspraak:

[bɑŋ]

wat je voelt als je denkt dat er iets heel naars gaat gebeuren

Voorbeelden:	`bange uren meemaken`, `bang zijn voor honden`
Synoniemen:	angstig, benauwd
zo bang als een wezel	(erg bang) Synoniem:
voor de duvel niet bang	(helemaal niet bang)
een bange schijterd	(iemand die heel erg bang is)

angstig   angstvallig   angstwekkend   beducht   bevreesd   eerbiedig   verschrikt   vreesachtig   vreselijk   zelfverzekerd (antoniem)   

• wie bang leeft, gaat ook bang dood (=je gaat zoals je geleefd hebt)
• bang zijn zich aan koud water te branden (=erg voorzichtig zijn)
• bang zijn voor zijn eigen schaduw (=overdreven bang zijn)
• bang voor zijn hachje zijn (=weinig durven en bang zijn om gevaar te lopen)
Naar de spreekwoorden

Hoe kun je bang krachtiger uitdrukken?
als de dood zo bang; bang als een haas; bang als een wezel; doodsbang
Uitdrukkingen die bang betekenen (waarin het woord zelf niet voorkomt):
beven van angst; bibberen van angst; de angst slaat je om het hart; doodsangst; doodsbenauwd; het in je broek doen van angst; het niet meer hebben; het Spaans benauwd hebben; je adem inhouden; m knijpen als een ouwe dief; met lood in de schoenen; peentjes zweten; rillen van angst; wit om de neus; zeven kleuren stront schijten;

• [Soldatentaal, 1914] ik ben bang: dat wil ik wel eens zien. b.v. Een overste zegt. Dadelijk krijg je veertien dagen, als je niet oppast. Antwoord: ik ben bang!
• (uitroepteken) ! Teken dat in UUCP wordt gebruikt als scheidingsteken in een pad van computernamen.
• •angst hebbend. •: "Wat is hij toch een 'bange' wezel"
• wie angst voelt of zegt dat hij angst voelt vb: Tina is bang voor muizen zo bang als een haas (of wezel) [erg bang] bang zijn om je aan koud water te branden [overdreven voorzichtig zijn]
• 1) Schichtig 2) Angstvallig 3) Blo 4) Blode 5) Schijterig 6) Blohartig 7) Beschroomd 8) Huiverig 9) Laf 10) Angstig 11) Benepen 12) Eerbiedig 13) Hasjiesj 14) Beducht 15) Beangst 16) Pages 17) Pagud 18) Schuw 19) Geluid 20) Onomatopee 21) Kleinhartig 22) Schrikachtig 23) Bevreesd 24) Bibberachtig 25) Angstvol...

Toon uitgebreidere definities

• bangalijst• bangbang• bangbroek• bangelijk• bangerd• bangerik• bangheid• bangig• bangigheid• bangkirai• Bangkokker• Bangkoks• Bangkokse• Bangladesh• bangmaker• bangmakerij• bangsa

• doodsbang• big bang• bangbang

1. bang (angstig)
2. bang (in ziekte van B~)
3. bang (nabootsing van een hard geluid)

1. Is schrik hebben correct? Zie Schrik hebben / bang zijn
2. Is het bangert of bangerd? Zie Bangert / bangerd
3. Wat is juist: `Ik ben bang voor onweer` of `Ik ben bang van onweer`? Zie Bang van / bang voor onweer

Is het 'de bang' of 'het bang'?

Het is 'de bang', want bang is mannelijk en vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die bang'.

Wat is het meervoud van bang?

Het meervoud van bang is 'bangs'. Eén bang, twee bangs.

Hoe spel je bang?

bang spel je B A N G

Wat is een ander woord voor bang?

Andere woorden voor bang zijn angstig, angstvallig, angstwekkend, beducht, bevreesd, eerbiedig, verschrikt, vreesachtig en vreselijk.

Wat is het tegenovergestelde van bang?

Een antoniem van bang is zelfverzekerd.

Zoek bang op Woordenlijst.org
Zoek bang op Google
Zoek bang op Wikipedia