banen

werkw.

Uitspraak:	[ˈbanə(n)]
Vervoegingen:	baande (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft gebaand (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

zich een weg banen door

(met moeite lopen door) `zich een weg banen door het oerwoud`

Zie ook:

Synoniemen

Spreekwoorden en zegswijzen

• iets in goede banen leiden (=ervoor zorgen dat iets goed verloopt)
Naar de spreekwoorden

11 definities op Encyclo

1.weg maken, wegruimen, opruimen wat de voortgang belemmert Voorbeeld: ‘We zullen moeten banen (= na overvloedige sneeuwval) willen we de vensters openkrijgen’ Voorbeeld: ‘De jongens waren bachten 't muurken aan 't werk om de speelkoer te banen’ 2.uitdr.: Voorbeeld: ‘springen of banen’: buigen of...
• [refl] "zich een weg ~": een pad maken waar er geen was, resoluut doordringen in iets. •tweede betekenisomschrijving. •enz.
een doorgang voor jezelf maken vb: hij baande zich een weg door de menigte
[Vergeten woorden] (st. boen, heeft gebanen) schijnen, glanzen, wit zijn, mooi zijn [~ ban ‘schijnend’, boenen, dat eigenlijk ‘doen schijnen’ betekent’]
[Vergeten woorden] (zw. -de) doden, vermoorden [= IJslands bana, ~ baan ‘doder’, bane ‘verwonding, doodslag’, ben ‘wond, verwonding’, gond ‘strijd’]

Deze woorden beginnen met banen:

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

De verleden tijd van banen is 'baande'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gebaand'.

banen spel je B A N E N

Andere woorden voor banen zijn bevrijden, emanciperen, verlossen, vrijmaken en vrijvechten.

Op andere websites

Recentelijk gezocht