de bambocheur
zelfst.naamw. (m.)
| Verbuigingen: | bambocheurs |
| Verbuigingen: | bambocheurtje |
iemand die mateloos pierewaait, een boemelaar Bron: WikiWoordenboek.
2 definities op Encyclo
- 1) Pierewaaier 2) Bamser
- Een 'bambocheur' (ook 'bamboucheur') is een in de negentiende eeuw in het Nederlands geïntroduceerd woord voor een boemelaar, iemand die veel alcohol drinkt. Het woord komt uit het Frans waar het in 1821 opduikt, afgeleid van het vroeg-achttiende-eeuwse 'bambochade', '(schilderij van een) uitspatting', wat w...
Toon uitgebreidere definitiesHerkomst volgens etymologiebank.nl
bambocheur (pierewaaier)Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de bambocheur' of 'het bambocheur'?
Het is 'de bambocheur', want bambocheur is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die bambocheur'.
Wat betekent bambocheur?
'iemand die mateloos pierewaait, een boemelaar'
Hoe spel je bambocheur?
bambocheur spel je B A M B O C H E U R Op andere websites
Zoek
bambocheur op Woordenlijst.org
Zoek
bambocheur op Google
Zoek
bambocheur op Wikipedia