bakken

werkw.
Uitspraak:  [ˈbɑkə(n)]
Afbreekpatroon:  bak·ken
Vervoegingen:  bakte (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gebakken (volt.deelw.)

1) in een pan of oven verhitten en gaar of hard laten worden culinair
Voorbeelden:  `een ei bakken`,
`brood bakken`,
`een taart bakken`
met de gebakken peren zitten  (de vervelende consequenties ervaren)
gebakken lucht  (overdreven en opgeblazen woorden of gedrag)
er niets van bakken  (iets helemaal niet kunnen) `gebakken aardewerk`

2) in de zon liggen om bruin te worden
Voorbeeld:  `liggen bakken aan het strand`

Zie ook:  bak


Synoniemen
bakvet   frituren   fruiten   gebakken   gevangenissen   likken   norren   schroeien   

Spreekwoorden en zegswijzen
• zoete broodjes bakken (=dingen zeggen om een goede indruk achter te laten bij mensen met invloed)
• uit dezelfde klei gebakken zijn (=dezelfde afkomst hebben)
• met de gebakken peren blijven zitten (=voor de moeilijkheden opdraaien)
• lieverkoekjes worden hier niet gebakken (=zin of geen zin, je moet het doen)
• iemand een poets bakken (=een grap met iemand uithalen)
Toon alle 6 spreekwoorden die bakken bevatten

20 definities op Encyclo
  • Het bereiden van gerechten in een open pan op hoog vuur en gaar maken van deeg in de oven
  • Het in een open pan op hoog vuur bruin en gaar maken van vlees en of wild. Of het in de oven gaar maken d.m.v hete lucht tussen 140 - 250 graden. https://www.kokswereld.nl/content-culinairwoordenboek.html
  • [I] braden [II] zakken voor examen
  • •voedsel bij hoge temperatuur in een oven of in een pan met olie verhitten.
  • in de oven gaar laten worden vb: hij heeft een appeltaart gebakken in de koekenpan gaar laten worden vb: je kunt die gekookte aardappels nog wel bakken hij bakt ze wel bruin! [doet dingen die helemaal niet mogen] liggen bakken in de zon [zonnebaden]
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met bakken:
bakkenist

Deze woorden eindigen op bakken:
aanbakkenopbakkenoudbakkenroerbakkenzelfgebakkenwallebakkenvoorbakkenversgebakkenverbakkenvastbakkenslabakkenpottenbakkennieuwbakkenluibakkenkoekenbakkenjij-bakkenhalfbakkendoorbakkenbroodbakkenafbakken

Herkomst volgens etymologiebank.nl
  1. bakken (braden)
  2. bakken (zakken voor examen)


Taaladvies
  1. Wat is correct:  Ik hou van koekjes met glazuur op of Ik hou van koekjes met glazuur erop? Zie met glazuur op / glazuur erop
  2. Schrijf je leerling-bakker met een koppelteken? Zie leerling-bakker / leerling bakker
  3. Schrijf je deze combinatie van bijvoeglijk naamwoord en zelfstandige naamwoord losofaaneen? Zie bruin brood / bruinbrood


Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van bakken?
De verleden tijd van bakken is 'bakte'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gebakken'.
Wat betekent bakken?
'in een pan of oven verhitten en gaar of hard laten worden' en 'in de zon liggen om bruin te worden'
Hoe spel je bakken?
bakken spel je B A K K E N
Wat is een ander woord voor bakken?
Andere woorden voor bakken zijn bakvet, frituren, fruiten, gebakken, gevangenissen, likken, norren en schroeien.

Op andere websites
Zoek bakken op Woordenlijst.org
Zoek bakken op Google
Zoek bakken op Wikipedia