bagatelliseren

werkw.

Uitspraak:	[bɑxatɛli'zerə(n)]
Afbreekpatroon:	ba·ga·tel·li·se·ren
Vervoegingen:	bagatelliseerde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft gebagatelliseerd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

praten over (een serieus onderwerp) alsof het onbelangrijk is

Voorbeeld:

`De minister bagatelliseert de kwestie.`

Synoniemen

5 definities op Encyclo

1) Als iets onbeduidends voorstellen 2) Als onbelangrijk voorstellen 3) Minimaliseren 4) Afzwakken 5) Geringschatten 6) Onderschatten 7) Licht opvatten 8) Vergoelijken 9) Verkleinen 10) Iets onbeduidends voorstellen 11) Voorstellen als onbeduidend
burgerlijk recht: de zaak kleiner, onbeduidender voorstellen dan die in werkelijkheid is. ...
geringachten
iets onbeduidends voorstellen of behandelen
klein maken van een zaak

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

De verleden tijd van bagatelliseren is 'bagatelliseerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gebagatelliseerd'.

'praten over (een serieus onderwerp) alsof het onbelangrijk is'

bagatelliseren spel je B A G A T E L L I S E R E N

Andere woorden voor bagatelliseren zijn minimaliseren, vergoeilijken en vergoelijken.

Op andere websites

Recentelijk gezocht