de baas
zelfst.naamw. (m.)
| Uitspraak: | [bas] |
| Verbuigingen: | bazen (meerv.) |
de bazin
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [baˈzɪn] |
| Verbuigingen: | bazinnen (meerv.) |
1) iemand die de leiding heeft | Voorbeelden: | `de baas van de afdeling`, `er kan er maar één de baas zijn` | |
| Synoniem: | leider |
| iemand de baas zijn | (iets beter kunnen dan de ander) |
| de baas spelen | (doen alsof je de leider bent) |
2) eigenaar | Voorbeelden: | `de baas van de winkel`, `de baas van het hondje` | |
Synoniemen
baasje beheerser bevelhebber bolleboos chef directeur eigenaar gebie gebieder hoofd kanjer koning leider man meerdere meester patroon superieur voorman werkbaas ondergeschikte (antoniem) Spreekwoorden en zegswijzen
• iemand of iets de
baas zijn
(=iemand of iets kunnen overmeesteren)• het zo druk hebben als een klein
baasje
(=veel kleine karweitjes moeten doen)• een
baas boven
baas zijn
(=er is altijd wel iemand die het beter kan of het beter denkt te kunnen)• de haan is de
baas als de hen niet thuis is.
(=de vrouw is de baas in huis, ook al vindt de man van niet)Naar de spreekwoordenIntensiveringen
Hoe kun je met baas een ander begrip versterken?druk als een klein baasje;
6 definities op Encyclo
- uitdr.: Voorbeeld: ‘baas is baas’: de baas beveelt - Voorbeeld: ‘Als gij in iemands huis woont en zijn brood eet, moet ge voor hem werken en zijn goeste doen - baas is baas’
- •overste, leider, chef.
- wie de leiding heeft vb: hij is de baas van de ploeg hij speelt de baas [hij doet alsof hij meer te vertellen heeft] het is altijd baas boven baas [er is altijd iemand die het nog beter weet] baas in eigen buik [zelf mogen beslissen over zwangerschap en abortus] iemand de baas zijn [hem overtreffen] er is alt...
- 1) Overste op het werk 2) Broodheer 3) Aanspreektitel 4) Eindverantwoordelijke 5) Haan 6) Kerel 7) Grote meneer 8) Gebieder 9) Iets groot in zijn soort 10) Bestuurder 11) Padrone 12) Eigenaar van een hond 13) Werkgever 14) Leidinggevende 15) Principaal 16) Eigenaar 17) Eigenaar van een zaak 18) Leidinggevend ...
- meerdere, hoofd
Toon uitgebreidere definitiesDeze woorden beginnen met baas:
•
baasachtigDeze woorden eindigen op baas:
•
huisbaas•
koppelbaas•
kotbaas•
zetbaas•
werkbaas•
wasbaas•
walbaas•
vechtersbaas•
tolbaas•
teambaas•
spoorbaas•
spoedbaas•
smidsbaas•
putbaas•
pornobaas•
ploegbaas•
onderbaas•
omroepbaas•
natiebaas•
maffiabaasHerkomst volgens etymologiebank.nl
baas (leider, hoofd van iets)Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de baas' of 'het baas'?
Het is 'de baas', want baas is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die baas'.
Wat is het meervoud van baas?
Het meervoud van baas is 'bazen'. Eén baas, twee bazen.
Wat betekent bazin?
'iemand die de leiding heeft' en 'eigenaar'
Hoe spel je bazin?
bazin spel je B A Z I N
Wat is een ander woord voor bazin?
Andere woorden voor bazin zijn baasje, beheerser, bevelhebber, bolleboos, chef, directeur, eigenaar, gebie, gebieder, hoofd, kanjer, koning, leider, man, meerdere, meester, patroon, superieur, voorman en werkbaas.
Wat is het tegenovergestelde van bazin?
Een antoniem van bazin is ondergeschikte.Op andere websites
Zoek
baas op Woordenlijst.org
Zoek
baas op Google
Zoek
baas op Wikipedia