arbeiden

werkw.

Uitspraak:	['ɑrbɛidə(n)]
Afbreekpatroon:	ar·bei·den
Vervoegingen:	arbeidde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft gearbeid (volt.deelw.)

werk doen

Synoniem:

werken

werken   

• arbeiden als een galeislaaf (=erg hard werken)
Naar de spreekwoorden

• •werk verrichten.
• een taak verrichten, iets doen vb: hij arbeidt van de vroege morgen tot de late avond Synoniem: werken Tegenstelling: luieren
• 1) Aan de gang zijn 2) Werk verrichten 3) Werken
• van schepen gezegd wanneer ze in zware zeegang sterk in beweging komen. Tegenwoordig spreekt men van werken. Gerelateerde termen: bokken, dompen, rollen, gieren, stampen, enz.
• werk verrichten dat inspanning en moeite kost; zwaar werk doen; hard werken

Toon uitgebreidere definities

• arbeidend

• bearbeiden

Kun je spreken van vlijtige arbeid (arbeid die met vlijt wordt verricht)? Zie vlijtige arbeid 

Wat is de verleden tijd van arbeiden?

De verleden tijd van arbeiden is 'arbeidde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gearbeid'.

Wat betekent arbeiden?

'werk doen'

Hoe spel je arbeiden?

arbeiden spel je A R B E I D E N

Wat is een ander woord voor arbeiden?

Een ander woord arbeiden is werken.

Zoek arbeiden op Woordenlijst.org
Zoek arbeiden op Google
Zoek arbeiden op Wikipedia