I de appel

zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak:  [ˈɑpəl]
Afbreekpatroon:  ap·pel
Verbuigingen:  appelen, appels (meerv.)

ronde, harde, zoetzure vrucht met een klokhuis waarin donkere pitjes zitten culinair
Voorbeeld:  `rodekool met appeltjes`
De appel valt niet ver van de boom.  (kinderen hebben vaak hetzelfde karakter als hun ouders)
een appeltje voor de dorst bewaren  (iets als reserve voor moeilijke tijden bewaren)
voor een appel en een ei  (heel goedkoop)
door de zure appel bijten  (iets vervelends verdragen)
appels met peren vergelijken  (verschillende dingen met elkaar vergelijken terwijl dat eigenlijk niet kan)
appelen voor citroenen verkopen  ((iemand) foppen) Synoniem: beetnemen


II het appel

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ɑˈpɛl]
Afbreekpatroon:  ap·pel
Verbuigingen:  appels (meerv.)

bijeenkomst om te zien of iedereen er is
Synoniem:  appèl
appel houden/blazen  (iedereen bij elkaar roepen)
een appel doen op iemand  (iemand om hulp vragen) `De politie doet nogmaals een dringend appel op mensen die iets gezien hebben of weten.`


Synoniemen
beroep   naamafroeping   regres   

Spreekwoorden en zegswijzen
• wie zichzelf bewaart, bewaart geen rotte appel (=je moet voorzichtig omgaan met jezelf, want het is niet vervangbaar)
• wie appelen vaart, die appelen eet (=als je handelt in bepaalde goederen, dan zul je deze zelf waarschijnlijk ook gebruiken. / Iemand die bepaalde werkzaamheden voor een ander moet verrichten, geniet daar doorgaans zelf ook van)
• schone appels zijn ook wel zuur. (=een mooie vrouw is niet vanzelfsprekend een goede echtgenote)
• schip met zure appelen (=wolk die regen en storm voorspelt)
• scheepjes met zuren appelen (=wolkjes die regen of storm voorspellen)
Toon alle 21 spreekwoorden die appel bevatten

Intensiveringen
Hoe kun je met appel een ander begrip versterken?
appelrond; murw als een gebraden appel;

25 definities op Encyclo
  • Uit `De lagere vaktalen: Timmermanstaal` 1914 ronde deurknop.
  • Hoger beroep. Wie het niet eens is met een rechterlijke uitspraak kan een nieuwe uitspraak van een hogere rechter vragen.
  • Latijnse naam: Malus domestica , Engelse naam: apple
  • Latijnse naam: Malus. Rozen.
  • ronde knop van een deur - Voorbeeld: ‘Mietje knoopte dan een touw aan de appel der kastdeur’
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met appel:
appelaarappelazijnappelbacoveappelbanaanappelbeignetappelblauwzeegroenappelbloesemappelbolappelboomappelboomgaardappelboorappelcakeappelcarréappelcompoteappelfiguurappelflapappelflauwteappelgebakappelgrijsappelgroen
Toon alle woorden die beginnen met appel

Deze woorden eindigen op appel:
aardappeldennenappeleetappelgranaatappelrappelsinaasappelsterappelzomeraardappelziekenappelzandaardappeltwistappelstoofappelsparappelrijksappelpootaardappelpijnappelperssinaasappelpaardengetrappeloogappelochtendappel
Toon alle woorden die eindigen op appel

Herkomst volgens etymologiebank.nl
  1. appel (beroep, verzet)
  2. appel (vrucht)


Taaladvies
  1. Schrijf je het woord appel/appèl (in de betekenis `beroep`) met of zonder accent grave? Zie Appèl / appel
  2. Is appelsien een correct woord? Zie appelsien/ sinaasappel
  3. Wat is juist: appel of appèl in bijvoorbeeld een appel/appèl op iemand doen? Zie appel / appèl


Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de appel' of 'het appel'?
Het is 'de appel', want appel is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die appel'.
Wat is het meervoud van appel?
Het meervoud van appel is 'appelen' maar ook 'appels'.
Wat betekent appel?
'ronde, harde, zoetzure vrucht met een klokhuis waarin donkere pitjes zitten'
Hoe spel je appel?
appel spel je A P P E L
Wat is een ander woord voor appel?
Andere woorden voor appel zijn beroep, naamafroeping en regres.

Op andere websites
Zoek appel op Woordenlijst.org
Zoek appel op Google
Zoek appel op Wikipedia