I alleen

bijv.naamw.
Uitspraak:  [ɑˈlen]
Afbreekpatroon:  al·leen

zonder anderen
Voorbeeld:  `Ik ben vanavond alleen thuis.`
Antoniem:  samen
Synoniem:  in je eentje


II alleen

bijwoord
Uitspraak:  [ɑˈlen]
Afbreekpatroon:  al·leen

1) maar
Voorbeeld:  `We kunnen eten, alleen moeten de aardappels nog in de schaal gedaan worden.`
Synoniem:  echter

2) uitsluitend
Voorbeeld:  `Alleen de leerlingen die klaar zijn, mogen naar huis.`
Synoniemen:  slechts, enkel

3)
niet alleen... maar ook...  (en... en..., zowel... als...) `Daar kun je niet alleen lekker maar ook goedkoop eten.`


Synoniemen
afzonderlijk   eenzaam   enig   enkel   exclusief   in je eentje   in zijn uppie   louter   puur   slechts   uitsluitend   zelfstandig   samen (antoniem)   

Spreekwoorden en zegswijzen
• vroeger, toen kraaiden de hanen nog. Tegenwoordig gapen ze alleen nog maar, zei de dove (=veranderingen in een situatie zijn vaak niet feitelijk, maar een subjectieve beleving)
• van hoop alleen kan men niet leven. (=hoop is belangrijk maar niet voldoende om te slagen in het leven)
• ongeluk komt zelden alleen (=een tegenslag wordt vaak gevolgd door nog meer problemen)
• niet bij brood alleen leven (=men heeft meer nodig dan alleen eten om te kunnen leven)
• moederziel alleen (zijn) (=helemaal alleen (zijn))
Toon alle 14 spreekwoorden die alleen bevatten

Intensiveringen
Hoe kun je alleen krachtiger uitdrukken?
moederziel alleen
Uitdrukkingen die alleen betekenen (waarin het woord zelf niet voorkomt):
enkel en alleen; in je uppie; in/op je dooie eentje;

10 definities op Encyclo
  • (463-49-0) synoniemen: 1,2-propadiëen Engelse vertaling: allene Groepen: alkenen CAS Nummer: 463-49-0
  • • [scheikunde] een organische verbinding met twee belendende dubbele bindingen. •zonder gezelschap. •zonder hulp of medewerking. •zich beperkend tot iets.
  • alleen maar, niets anders dan dat vb: ze hebben alleen meisjes in dat gezin enkel en alleen [uitsluitend]
  • zonder gezelschap vb: ik was helemaal alleen in het bos er alleen voor staan [het zonder hulp van anderen moeten stellen] alleen op de wereld zijn [zonder familie en vrienden]
  • 1) Zonder hulp 2) Puur 3) Solo 4) In zijn uppie 5) Afzonderlijk 6) Afgezonderd 7) Afgelegen 8) Niet samen 9) Verlaten 10) Met niemand samen 11) Niemand 12) Exclusief 13) Zonder gezelschap 14) Zonder anderen 15) Eenzaam 16) Blotelijk 17) Niet onderling 18) Niet vergezeld 19) In je eentje 20) Zich beperken tot
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met alleen:
alleen-zijnalleengaandalleengaandealleenheerschappijalleenheerseralleenpinnenkassaalleenrechtalleenschaamtealleenspelalleenspraakalleensprekendalleenstaandalleenstaandealleenverdeleralleenverdienendalleenverdienendealleenverdieneralleenverkoopalleenwonendalleenzaligmakend
Toon alle woorden die beginnen met alleen

Deze woorden eindigen op alleen:
zielsalleen
Toon alle woorden die eindigen op alleen

Herkomst volgens etymologiebank.nl
alleen (zonder gezelschap , slechts)

Taaladvies
  1. Wat is juist: Je kunt ons kantoor enkel via de hoofdstraat bereiken of Je kunt ons kantoor alleen via de hoofdstraat bereiken? Zie Enkel - alleen
  2. Schrijf je alleen / aleen met een enkele of dubbele medeklinker? Zie alleen / aleen
  3. Wat is het verschil tussen enkel en alleen? Zie enkel / alleen


Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat betekent alleen?
'zonder anderen'
Hoe spel je alleen?
alleen spel je A L L E E N
Wat is een ander woord voor alleen?
Andere woorden voor alleen zijn afzonderlijk, eenzaam, enig, enkel, exclusief, in je eentje, in zijn uppie, louter, puur, slechts, uitsluitend en zelfstandig.
Wat is het tegenovergestelde van alleen?
Een antoniem van alleen is samen.

Op andere websites
Zoek alleen op Woordenlijst.org
Zoek alleen op Google
Zoek alleen op Wikipedia