afwisselen

werkw.
Uitspraak:  [ˈɑfwɪsələ(n)]
Afbreekpatroon:  af·wis·se·len
Vervoegingen:  wisselde af (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft afgewisseld (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

(iets) om de beurt vervangen (door iets anders)
Voorbeeld:  `theorie afwisselen met praktijkoefeningen`


Synoniemen
herzien   uiteenlopen   variëren   veranderen   verschillen   verwisselen   wijzigen   wisselen   

3 definities op Encyclo
  • •om en om plaatsvinden.
  • de plaats van iemand anders innemen vb: wij wisselen elkaar af bij het ophalen van geld
  • 1) Verwisselen 2) Veranderen 3) Beurtelings handelen 4) Beurtelings gebruiken 5) Schakeren 6) Uiteenlopen 7) Wijzigen 8) Wisselen 9) Nuanceren 10) Verschillen 11) Fluctueren 12) Herzien 13) Variëren
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met afwisselen:
afwisselend

Taaladvies
Mag je naast om de beurt ook omstebeurt gebruiken? Zie Om de beurt / omstebeurt

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van afwisselen?
De verleden tijd van afwisselen is 'wisselde af'. Het voltooid deelwoord is 'heeft afgewisseld'.
Wat betekent afwisselen?
'(iets) om de beurt vervangen (door iets anders)'
Hoe spel je afwisselen?
afwisselen spel je A F W I S S E L E N
Wat is een ander woord voor afwisselen?
Andere woorden voor afwisselen zijn herzien, uiteenlopen, variëren, veranderen, verschillen, verwisselen, wijzigen en wisselen.

Op andere websites
Zoek afwisselen op Woordenlijst.org
Zoek afwisselen op Google
Zoek afwisselen op Wikipedia