afwachten

werkw.

Uitspraak:	[ˈɑfwɑxtə(n)]
Afbreekpatroon:	af·wach·ten
Vervoegingen:	wachtte af (verl.tijd )
Vervoegingen:	heeft afgewacht (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

op iets wachten of wachten tot iets gebeurt

Voorbeelden:

`We wachten op het ontmoetingspunt je komst af.`, `afwachten of iets een succes wordt`, `een afwachtende houding aannemen`

aankijken   wachten   anticiperen (antoniem)   

• de bui afwachten (=rustig afwachten wat voor onheil er komt)
Naar de spreekwoorden

Uitdrukkingen die afwachten betekenen (waarin het woord zelf niet voorkomt):
de kat uit de boom kijken; je adem inhouden;

• • [ov] wachten op wat er gaat gebeuren.
• wachten tot het gebeurt vb: Kees wachtte af wat Jan zou doen
• 1) Wachten 2) Verbeiden 3) Wachten op komende gebeurtenissen 4) Tegemoetzien 5) Inzien 6) Afzien 7) Tegemoet zien 8) Aankijken
• Als je afwacht, wacht je tot er iets gebeurd.

Toon uitgebreidere definities

1. Waar komt de kat uit de boom kijken vandaan en wat betekent het? Zie De kat uit de boom kijken
2. Is het tot nader order of tot nader orde? Zie Tot nader order / tot nader orde
3. Waar komt `De tijd baart rozen` vandaan? Zie De tijd baart rozen

Wat is de verleden tijd van afwachten?

De verleden tijd van afwachten is 'wachtte af'. Het voltooid deelwoord is 'heeft afgewacht'.

Wat betekent afwachten?

'op iets wachten of wachten tot iets gebeurt'

Hoe spel je afwachten?

afwachten spel je A F W A C H T E N

Wat is een ander woord voor afwachten?

Andere woorden voor afwachten zijn aankijken en wachten.

Wat is het tegenovergestelde van afwachten?

Een antoniem van afwachten is anticiperen.

Zoek afwachten op Woordenlijst.org
Zoek afwachten op Google
Zoek afwachten op Wikipedia