aftreden

werkw.
Uitspraak:  [ˈɑftredə(n)]
Afbreekpatroon:  af·tre·den
Vervoegingen:  trad af (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  is afgetreden (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

ophouden met een officiële baan of taak
Voorbeeld:  `Na vier jaar moet een bestuurslid aftreden.`


Synoniemen
abdiceren   abdiqueren   bedanken   ontslag nemen   terugtrekken   uittreden   

4 definities op Encyclo
  • • [erga] een bepaalde positie of een bepaald ambt opgeven
  • je functie neerleggen vb: ik vind dat deze minister moet aftreden
  • 1) Ontslag nemen 2) Terugtrekken 3) Het neerleggen van een ambt 4) Terugtreden 5) Het ambt neerleggen 6) Opstappen 7) Een functie neerleggen 8) Zijn ambt neerleggen 9) Zijn functie neerleggen 10) Uittreden 11) Een ambt neerleggen 12) Abdiceren 13) Afstand doen 14) Defungeren 15) Bedanken 16) Abdiqueren
  • zijn werkkring, ambt, bediening of betrekking neerleggen
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met aftreden:
aftredend

Herkomst volgens etymologiebank.nl
aftreden

Taaladvies
Schrijf je carringtondoctrine (`doctrine dat een politicus altijd behoort af te treden als er over zijn of haar functioneren twijfel bestaat`) met een hoofdletter, of met een kleine letter? Zie carringtondoctrine / Carringtondoctrine

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van aftreden?
De verleden tijd van aftreden is 'trad af'. Het voltooid deelwoord is 'is afgetreden'.
Wat betekent aftreden?
'ophouden met een officiële baan of taak'
Hoe spel je aftreden?
aftreden spel je A F T R E D E N
Wat is een ander woord voor aftreden?
Andere woorden voor aftreden zijn abdiceren, abdiqueren, bedanken, ontslag nemen, terugtrekken en uittreden.

Op andere websites
Zoek aftreden op Woordenlijst.org
Zoek aftreden op Google
Zoek aftreden op Wikipedia