afsteken

werkw.

Uitspraak:	[ˈɑfstekə(n)]
Afbreekpatroon:	af·ste·ken
Vervoegingen:	stak af (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft afgestoken (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) (vuurwerk) aansteken

Voorbeeld:

`een vuurpijl afsteken`

2) uitspreken

Voorbeeld:

`Ik ga geen verhaal afsteken over hoe mooi dat land is.`

3) door een groot verschil duidelijk te zien zijn

Voorbeeld:	`De kleur van het vliegtuig steekt mooi af tegen de dreigende lucht.`
Synoniem:	contrasteren

afbikken   aftekenen   afvaren   contrasteren   houden   in het oog lopen   opvallen   uitspringen   uitsteken   wegvaren   

• iemand de loef afsteken (=ergens beter in zijn dan iemand)
Naar de spreekwoorden

• Uit `De lagere vaktalen: De taal der hopkweekers` 1914 de hop afsteken: de drooge hop van de latten naar beneden doen vallen met een berd.
• zich ontdoen van, verkopen, van de hand doen 1.(van kleuren) afwijken, in 't oog vallen door verschil van kleur contrasteren (VD) (Te) Voorbeeld: ‘Het groen dat hevig afsteekt met 't bruin’ 2.moeten slachten wegens ziekte, (bij uitbreiding) moeten wegdoen, verkopen (VD) (DB) (Te) Voorbeeld: ‘We gaan ze...
• 'Afsteken' is een begrip uit de olie- en petrochemische industrie, waarmee het afblinden van een pijpleiding ter plaatse van een klepaansluiting of twee flenzen met behulp van een steekpan of zogenaamde blindflens wordt bedoeld. De schijf heeft een uitsteeksel, de 'steel', dat buiten de flenzen uitsteekt om d...
• (Wortelsnoei) Het wegnemen van overtollige graskanten, stukken overblijvende plant e.d. met behulp van een spade of ander tuingereedschap met scherp blad. Meer info: zie Fruit ABC
• [Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Afsteken, traceren``] eene lijn, eenen hoek enz., hare gedaante op het terrein aangeven door baken of paaltjes te plaatsen, deze door middel van een touw te vereenigen en langs dit touw eene kleine geul, kielspit genaamd, uit te graven

Toon uitgebreidere definities

afsteken

Waar komt de uitdrukking iemand de loef afsteken vandaan en wat wordt ermee bedoeld? Zie Iemand de loef afsteken

Wat is de verleden tijd van afsteken?

De verleden tijd van afsteken is 'stak af'. Het voltooid deelwoord is 'heeft afgestoken'.

Wat betekent afsteken?

'(vuurwerk) aansteken' en 'uitspreken' en 'door een groot verschil duidelijk te zien zijn'

Hoe spel je afsteken?

afsteken spel je A F S T E K E N

Wat is een ander woord voor afsteken?

Andere woorden voor afsteken zijn afbikken, aftekenen, afvaren, contrasteren, houden, in het oog lopen, opvallen, uitspringen, uitsteken en wegvaren.

Zoek afsteken op Woordenlijst.org
Zoek afsteken op Google
Zoek afsteken op Wikipedia