afstaan

werkw.

Uitspraak:	[ˈɑfstan]
Afbreekpatroon:	af·staan
Vervoegingen:	stond af (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft afgestaan (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

(iets van jezelf) geven

Voorbeeld:	`als donor een nier afstaan voor een ziek familielid`
Antoniem:	houden
Synoniem:	afstand doen van

afgeven   aflevering   afstand doen van   geven   laten   offeren   opofferen   overdoen   overdracht   overgeven   uitlevering   

• aan iemand overhandigen die het mag houden vb: hij heeft geld afgestaan voor het goede doel Synoniemen: geven schenken weggeven verstrekken Tegenstellingen: krijgen ontvangen verkrijgen incasseren
• 1) Laten 2) Cederen 3) Overgeven 4) Doneren 5) Opofferen 6) Geven 7) Offeren 8) Overdragen 9) Loslaten 10) Overdracht 11) Overdoen 12) Afzien van 13) Afstand doen van 14) Afstand doen 15) Aflevering 16) Afgeven 17) Prijsgeven 18) Schenken 19) Uitlevering 20) Weggeven
• Afstaan betekent weggeven. [basiswoordenlijst groep 7]
• afstand doen van, overdragen

Toon uitgebreidere definities

Wat is de verleden tijd van afstaan?

De verleden tijd van afstaan is 'stond af'. Het voltooid deelwoord is 'heeft afgestaan'.

Wat betekent afstaan?

'(iets van jezelf) geven'

Hoe spel je afstaan?

afstaan spel je A F S T A A N

Wat is een ander woord voor afstaan?

Andere woorden voor afstaan zijn afgeven, aflevering, afstand doen van, geven, laten, offeren, opofferen, overdoen, overdracht, overgeven en uitlevering.

Zoek afstaan op Woordenlijst.org
Zoek afstaan op Google
Zoek afstaan op Wikipedia