afsluiten

werkw.
Uitspraak:  [ˈɑfslœytə(n)]
Afbreekpatroon:  af·slui·ten
Vervoegingen:  sloot af (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft afgesloten (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) zorgen dat iets of iemand niet in, uit of door iets kan gaan
Voorbeelden:  `een jampot luchtdicht afsluiten`,
`een weg afsluiten`,
`een gebouw afsluiten`
Synoniem:  dichtdoen

2) zorgen dat iets niet meer werkt technisch
Voorbeelden:  `een computerprogramma afsluiten`,
`de stroom afsluiten`

3) officieel regelen
Voorbeeld:  `een hypotheek afsluiten`

4) een einde maken aan
Voorbeeld:  `het zomerseizoen afsluiten met vuurwerk`
Synoniemen:  beëindigen, besluiten


Synoniemen
aangaan   afdammen   afgrendelen   afsluiting   afzonderen   beëindigen   besluiten   borgen   contracteren   dichtdoen   dichtmaken   een einde maken aan   eindigen   grendelen   isoleren   locken   naar einde toewerken   op slot doen   ophouden   sluiten   sluiting   stoppen   toedoen   toemaken   vergrendelen   winkel afsluiten   

Intensiveringen
Hoe kun je afsluiten krachtiger uitdrukken?
hermetisch afsluiten;

8 definities op Encyclo
  • Een kabel belasten met de Karakteristieke Impedantie van die kabel.
  • (Deze opdracht uit de Taakbalk gebruik je om de computer uit te schakelen of (gek genoeg) opnieuw op te starten.)
  • •alle openingen dicht doen.
  • zorgen dat er niets of niemand meer door kan vb: heb je het huis goed afgesloten? Tegenstelling: aansluiten er een eind aan maken vb: we sluiten de week af met een feest een officiële afspraak op papier maken vb: je moet een verzekering afsluiten
  • 1) Beperken 2) Het op slot doen 3) Op slot doen 4) Beëindigen 5) Locken 6) Een punt zetten achter 7) Tegengaan 8) Ophouden 9) Besluiten 10) Afdammen 11) Afsnijden 12) Afschutten 13) Afscheiden 14) Afscheid nemen 15) Afperken 16) Afmaken 17) Afgrendelen 18) Afdraaien 19) Opsluiten 20) Afzetten 21) Afzonderen
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met afsluiten:
afsluiten voorafsluitend

Taaladvies
  1. Sluit je een  af, of neem je een abonnement? Zie Abonnement afsluiten / nemen
  2. Schrijf je karabijn met ei of ij? Zie karabijn / karabein
  3. Is dit juist: het te sluiten convenant? Zie het te sluiten convenant


Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van afsluiten?
De verleden tijd van afsluiten is 'sloot af'. Het voltooid deelwoord is 'heeft afgesloten'.
Wat betekent afsluiten?
'zorgen dat iets of iemand niet in, uit of door iets kan gaan' en 'zorgen dat iets niet meer werkt' en 'officieel regelen' en 'een einde maken aan'
Hoe spel je afsluiten?
afsluiten spel je A F S L U I T E N
Wat is een ander woord voor afsluiten?
Andere woorden voor afsluiten zijn aangaan, afdammen, afgrendelen, afsluiting, afzonderen, beëindigen, besluiten, borgen, contracteren, dichtdoen, dichtmaken, een einde maken aan, eindigen, grendelen, isoleren, locken, naar einde toewerken, op slot doen, ophouden, sluiten, sluiting, stoppen, toedoen, toemaken, vergrendelen en winkel afsluiten.

Op andere websites
Zoek afsluiten op Woordenlijst.org
Zoek afsluiten op Google
Zoek afsluiten op Wikipedia