afrukken

werkw.
Uitspraak:  ['ɑfrʏkə(n)]
Afbreekpatroon:  af·ruk·ken
Vervoegingen:  rukte af (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft afgerukt (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) met een ruk wegnemen
Voorbeeld:  `iemands gezichtssluier afrukken.`

2) (een penis) met de hand tot een zaadlozing brengen informeel
Voorbeelden:  `een pik afrukken`,
`Een groep geile jongens is zich aan het afrukken.`


Synoniemen
afscheuren   aftrekken   losrukken   onaneren   

2 definities op Encyclo
  • het plotseling, met een ruk los trekken vb: de wind rukte de bladeren van de bomen af met geweld van het lijf rukken vb: hij rukte het masker van het meisje af zorgen dat hij een zaadlozing krijgt vb: de man rukte zich af Synoniem: aftrekken
  • 1) Met geweld wegpakken 2) Onaneren 3) Nederrukken 4) Ergens heen trekken 5) Afscheuren 6) Aftijgen 7) Aftrekken 8) Losrukken 9) Met geweld aftrekken
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
afrukken

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van afrukken?
De verleden tijd van afrukken is 'rukte af'. Het voltooid deelwoord is 'heeft afgerukt'.
Wat betekent afrukken?
'met een ruk wegnemen' en '(een penis) met de hand tot een zaadlozing brengen'
Hoe spel je afrukken?
afrukken spel je A F R U K K E N
Wat is een ander woord voor afrukken?
Andere woorden voor afrukken zijn afscheuren, aftrekken, losrukken en onaneren.

Op andere websites
Zoek afrukken op Woordenlijst.org
Zoek afrukken op Google
Zoek afrukken op Wikipedia