afraffelen

werkw.

Uitspraak:	['ɑfrɑfələ(n)]
Afbreekpatroon:	af·raf·fe·len
Vervoegingen:	raffelde af (verl.tijd )
Vervoegingen:	heeft afgeraffeld (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

haastig en slordig doen

Voorbeeld:

`door tijdgebrek de laatste examenvragen moeten afraffelen`

Synoniemen

3 definities op Encyclo

1) Overhaast maken 2) Snel en onnauwkeurig afmaken 3) Aframmelen 4) Afjakkeren 5) Slordig werken 6) Haastig en slordig afmaken
Als je iets afraffelt , probeer je er zo snel mogelijk klaar mee te zijn. Maar je doet dan niet je best om ervoor te zorgen dat het goed is. Als je bijvoorbeeld je rekenles afraffelt, maak je snel de sommetjes, zonder je best ervoor te doen. Omdat je je best niet doet, maak je ook foutjes. [basiswoordenlijst ...
iets snel doen waardoor het niet goed gebeurt Voorbeeld: Hij was ook bang dat ik mijn huiswerk een beetje afraffel om maar zo snel mogelijk weer op mijn telefoon te kunnen.

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

De verleden tijd van afraffelen is 'raffelde af'. Het voltooid deelwoord is 'heeft afgeraffeld'.

'haastig en slordig doen'

afraffelen spel je A F R A F F E L E N

Een ander woord afraffelen is afjakkeren.

Op andere websites

Recentelijk gezocht