afmatten

werkw.

Uitspraak:	['ɑfmɑtə(n)]
Afbreekpatroon:	af·mat·ten
Vervoegingen:	matte af (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft afgemat (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

erg moe maken door zware inspanningen

Voorbeeld:	`je tegenstander afmatten en verzwakken`
Synoniemen:	uitputten, afpeigeren

moe maken   slopen   uitputten   vermoeien   

• (Amsterdams) iemand keihard laten werken
• • [ov] uitputtend vermoeien. (+audio)
• 1) Enerveren 2) Uitputten 3) Macereren 4) Vermoeien 5) Verzwakken 6) Fatigeren 7) Afjakkeren 8) Afbeulen 9) Afrijden 10) Uitmergelen 11) Afrossen 12) Slopen 13) Aftobben 14) Harasseren 15) Travailleren
• Afmatten betekent extreem moe worden of maken door grote inspanning. [basiswoordenlijst groep 8]
• uitputten Jaar van herkomst: 1654 (WNT )

Toon uitgebreidere definities

• afmattend

afmatten (vermoeien)

Schrijf je afgepeigerd met ei of ij? Zie afgepeigerd / afgepijgerd

Wat is de verleden tijd van afmatten?

De verleden tijd van afmatten is 'matte af'. Het voltooid deelwoord is 'heeft afgemat'.

Wat betekent afmatten?

'erg moe maken door zware inspanningen'

Hoe spel je afmatten?

afmatten spel je A F M A T T E N

Wat is een ander woord voor afmatten?

Andere woorden voor afmatten zijn moe maken, slopen, uitputten en vermoeien.

Zoek afmatten op Woordenlijst.org
Zoek afmatten op Google
Zoek afmatten op Wikipedia