afleiden

werkw.

Uitspraak:	[ˈɑflɛidə(n)]
Afbreekpatroon:	af·lei·den
Vervoegingen:	leidde af (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft afgeleid (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

(iemand) met iets anders bezighouden dan daarvoor

Voorbeeld:

`Laat de aandacht bij je werk niet afleiden door het mooie weer buiten.`

afbrengen   concluderen   construeren   deduceren   uitleggen   

• • [ov] de aandacht opvragen.
• ervoor zorgen dat de aandacht ergens anders op gericht wordt vb: Jan is erg druk met de zaak bezig, we moeten hem wat afleiden woorden vormen uit andere woorden vb: het woord 'Nederlander' is afgeleid van 'Nederland' het begrijpen uit iets anders vb: uit zijn woorden leid ik af dat hij haast heeft Synoniemen:...
• 1) Infereren 2) Iemand uit zijn concentratie halen 3) In de steek laten 4) Induceren 5) Ontspannen storen 6) Naar iets anders richten 7) Afbrengen 8) Abstraheren 9) Bezig houden 10) Bezighouden 11) Met iets anders bezighouden 12) Concluderen 13) Hinderen 14) Construeren 15) Storen 16) Verstrooien 17) Herleide...
• Afleiden is de aandacht ergens anders op vestigen, vaak met een vooropgezette bedoeling. [basiswoordenlijst groep 6]

Toon uitgebreidere definities

• afleiden uit• afleiden van• afleidend

afleiden (de aandacht wegleiden, verstrooien; vormen uit ; concluderen uit)

Schrijf je afleiden met ei of ij? Zie afleiden / aflijden

Wat is de verleden tijd van afleiden?

De verleden tijd van afleiden is 'leidde af'. Het voltooid deelwoord is 'heeft afgeleid'.

Wat betekent afleiden?

'(iemand) met iets anders bezighouden dan daarvoor'

Hoe spel je afleiden?

afleiden spel je A F L E I D E N

Wat is een ander woord voor afleiden?

Andere woorden voor afleiden zijn afbrengen, concluderen, construeren, deduceren en uitleggen.

Zoek afleiden op Woordenlijst.org
Zoek afleiden op Google
Zoek afleiden op Wikipedia