afkondigen

werkw.
Uitspraak:  ['ɑfkɔndəxə(n)]
Afbreekpatroon:  af·kon·di·gen
Vervoegingen:  kondigde af (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft afgekondigd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) officieel bekendmaken
Voorbeelden:  `de noodtoestand afkondigen`,
`De ANWB kondigt een spitsalarm af.`

2) zeggen dat iets afgelopen is
Voorbeeld:  `een radioprogramma afkondigen`
Antoniem:  aankondigen


Synoniemen
aflezen   afroepen   bedekken   behangen   bekend maken   bekendmaken   beschikken   decreteren   gelasten   openbaar maken   ophangen   oplezen   ordonneren   proclameren   uitvaardigen   verhangen   verordenen   verordineren   

4 definities op Encyclo
  • • [ov] openbaar maken, bijvoorbeeld van een beslissing. (+audio)
  • het officieel bekend maken vb: de nieuwe wet werd in de Staatscourant afgekondigd
  • 1) Bekendmaken 2) Beschikken 3) Openbaar maken 4) Bedekken 5) Ophangen 6) Afroepen 7) Uitroepen 8) Uitvaardigen 9) Oplezen 10) Gelasten 11) Aflezen 12) Verordineren 13) Aandienen 14) Decreteren 15) Mededelen 16) Verhangen 17) Publiceren 18) Verordenen 19) Ordonneren 20) Promulgeren 21) Proclameren 22) Roepen
  • in het openbaar bekendmaken Jaar van herkomst: 1477 (HWS )
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
afkondigen (in het openbaar bekendmaken)

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van afkondigen?
De verleden tijd van afkondigen is 'kondigde af'. Het voltooid deelwoord is 'heeft afgekondigd'.
Wat betekent afkondigen?
'officieel bekendmaken' en 'zeggen dat iets afgelopen is'
Hoe spel je afkondigen?
afkondigen spel je A F K O N D I G E N
Wat is een ander woord voor afkondigen?
Andere woorden voor afkondigen zijn aflezen, afroepen, bedekken, behangen, bekend maken, bekendmaken, beschikken, decreteren, gelasten, openbaar maken, ophangen, oplezen, ordonneren, proclameren, uitvaardigen, verhangen, verordenen en verordineren.

Op andere websites
Zoek afkondigen op Woordenlijst.org
Zoek afkondigen op Google
Zoek afkondigen op Wikipedia