afkeren

werkw.

Uitspraak:	['ɑfkerə(n)]
Afbreekpatroon:	af·ke·ren
Vervoegingen:	keerde af (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft afgekeerd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

zorgen dat je niets meer te maken hebt met (iets of iemand)

Voorbeelden:	`Zweet doet mensen verleiden of afkeren.`, `jongeren die zich afkeren van de maatschappij`
Synoniem:	afwenden

afdraaien   afwenden   afweren   pareren   

• de andere kant op draaien zodat je het niet meer ziet of niet meer meedoet vb: hij keerde zich af van het ongeval zich van de wereld omkeren [niet meer met mensen omgaan]
• 1) Pareren 2) Verhinderen te treffen 3) Afweren 4) Doen omdraaien 5) Wenden 6) Afwenden 7) Afdraaien 8) Tegenstaan

Toon uitgebreidere definities

Wat is de verleden tijd van afkeren?

De verleden tijd van afkeren is 'keerde af'. Het voltooid deelwoord is 'heeft afgekeerd'.

Wat betekent afkeren?

'zorgen dat je niets meer te maken hebt met (iets of iemand)'

Hoe spel je afkeren?

afkeren spel je A F K E R E N

Wat is een ander woord voor afkeren?

Andere woorden voor afkeren zijn afdraaien, afwenden, afweren en pareren.

Zoek afkeren op Woordenlijst.org
Zoek afkeren op Google
Zoek afkeren op Wikipedia