afhouden

werkw.

Uitspraak:	['ɑfhɑudə(n)]
Afbreekpatroon:	af·hou·den
Vervoegingen:	hield af (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft afgehouden (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) verwijderd houden

Voorbeelden:	`de microfoon verder van je afhouden`, `je ogen niet kunnen afhouden van een mooie man`
de boot afhouden	(een beetje afwerend reageren (op iets)) `Zo iemand moet je niet eens de kans geven, dus houd de boot maar lekker af.`
afhoudende maan	(tijdje dat de maan geen grote verbintenissen maakt met planeten) `Tijdens afhoudende maan kun je beter belangrijke dingen uitstellen.`

2)

afhouden van

((iemand) beletten te (een plan) uit te voeren) `een land niet kunnen afhouden van een vijandige aanval`

3) (bedragen) niet uitbetalen

Voorbeeld:	`een waarborg van het loon afhouden in verband met mogelijke schade`
Synoniem:	inhouden

aftrekken   beletten   ervanaf houden   in mindering brengen   inhouden   terughouden   verrekenen   weerhouden   weren   

• de boot afhouden (=niet meedoen - afwachten)
Naar de spreekwoorden

• Uit `De lagere vaktalen: Diamantbewerking` 1914 Houd het me Vrijdag af: (Vrijdag was de oude betaaldag) thans gebruikelijk als antwoord op een verwijt dat de werkman tamelijk luchtig opneemt.
• (1) Met handen en voeten voorkomen dat de boot een andere boot of de kade raakt. (2) Afvallen.
• niet verder laten gaan vb: ik moest hem ervan afhouden naar dat feest te gaan Synoniemen: tegenhouden afwenden belemmeren beletten onderdrukken weerhouden stremmen stuiten Tegenstellingen: bevorderen stimuleren de ene hoeveelheid van de andere hoeveelheid afhalen vb: dat tientje wordt straks wel van je zakgel...
• 1) Inhouden 2) Intomen 3) Sportterm 4) Pareren 5) In mindering brengen 6) Weren 7) Weghouden 8) Weerhouden 9) Terughouden 10) Vissersterm 11) Verrekenen 12) Verhinderen 13) Verdedigen 14) Aftrekken 15) Beletten te benaderen 16) Beletten 17) Belemmeren 18) Beëindigen 19) Hockeyterm
• 1> tijdens het varen het schip met de wind mee doen draaien. Zie ook afvallen. Soms ook verklaard met voor de wind gaan varen; met de wind mee gaan varen. Verouderde term. 2> (met mankracht) voorkomen dat het vaartuig ergens mee in aanvaring komt. 3> op ruime afstand van een object, een boei, een landtong, ee...

Toon uitgebreidere definities

Is het `Ik hou niet van kerstliedjes` of `Ik houd niet van kerstliedjes`? Zie Hou / houd

Wat is de verleden tijd van afhouden?

De verleden tijd van afhouden is 'hield af'. Het voltooid deelwoord is 'heeft afgehouden'.

Wat betekent afhouden?

'verwijderd houden' en '' en '(bedragen) niet uitbetalen'

Hoe spel je afhouden?

afhouden spel je A F H O U D E N

Wat is een ander woord voor afhouden?

Andere woorden voor afhouden zijn aftrekken, beletten, ervanaf houden, in mindering brengen, inhouden, terughouden, verrekenen, weerhouden en weren.

Zoek afhouden op Woordenlijst.org
Zoek afhouden op Google
Zoek afhouden op Wikipedia