de afbreuk

zelfst.naamw. (m./v.)
Uitspraak:  [ˈɑvbrøk]
Afbreekpatroon:  af·breuk

afbreuk doen aan  (minder aantrekkelijk maken) `De regen deed afbreuk aan het openluchtconcert.` Synoniem: benadelen


Synoniemen
benadeling   kwaad   schade   verlies   

3 definities op Encyclo
  • het minder goed of minder mooi worden vb: die schoenen doen afbreuk aan zijn kostuum
  • 1) Derogatie 2) Benadeling 3) Neep 4) Schade 5) Kwaad 6) Krenking 7) Ontluistering 8) Belediging 9) Verlies 10) Nadeel
  • verlies, schade
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met afbreuk:
afbreukrisico

Herkomst volgens etymologiebank.nl
afbreuk (nadeel, schade)

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de afbreuk' of 'het afbreuk'?
Het is 'de afbreuk', want afbreuk is mannelijk en vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die afbreuk'.
Hoe spel je afbreuk?
afbreuk spel je A F B R E U K
Wat is een ander woord voor afbreuk?
Andere woorden voor afbreuk zijn benadeling, kwaad, schade en verlies.

Op andere websites
Zoek afbreuk op Woordenlijst.org
Zoek afbreuk op Google
Zoek afbreuk op Wikipedia