afblazen

werkw.

Uitspraak:	[ˈɑvblazə(n)]
Afbreekpatroon:	af·bla·zen
Vervoegingen:	blies af (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft afgeblazen (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) beslissen dat iets niet doorgaat

Voorbeeld:	`een tuinfeest afblazen wegens de regen`
Synoniem:	afgelasten

2)

stoom afblazen

(je emoties uitspreken)

affluiten   afgelasten   afzeggen   wegblazen   

• stoom afblazen (=tot rust komen)
Naar de spreekwoorden

• Het laten ontsnappen van gas naar de atmosfeer gedurende kortere tijd voor het drukvrij maken van de installatie bij onderhoudswerkzaamheden of onvoorziene omstandigheden.
• 1) Wegblazen 2) Beëindigen 3) Beslissen dat iets niet doorgaat 4) Vluchten 5) Niet uitvoeren 6) Afzeggen 7) Afgelasten 8) Affluiten 9) Slotsein geven 10) Stoom laten ontsnappen 11) Annuleren
• door blazen verwijderen
• STOOM AFBLAZEN: de druk op de stoomketel verminderen, door stoom te laten ontsnappen.
• Urineren.

Toon uitgebreidere definities

Wat is de verleden tijd van afblazen?

De verleden tijd van afblazen is 'blies af'. Het voltooid deelwoord is 'heeft afgeblazen'.

Wat betekent afblazen?

'beslissen dat iets niet doorgaat' en ''

Hoe spel je afblazen?

afblazen spel je A F B L A Z E N

Wat is een ander woord voor afblazen?

Andere woorden voor afblazen zijn affluiten, afgelasten, afzeggen en wegblazen.

Zoek afblazen op Woordenlijst.org
Zoek afblazen op Google
Zoek afblazen op Wikipedia