afbakenen

werkw.

Uitspraak:	['ɑvbakənə(n)]
Afbreekpatroon:	af·ba·ke·nen
Vervoegingen:	bakende af (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft afgebakend (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

de grenzen aangeven (van iets)

Voorbeelden:	`palen die een gebied afbakenen`, `het kiezen en afbakenen van een onderwerp voor je werkstuk`
Synoniem:	begrenzen

afbakening   afgrenzen   afpalen   afzetten   begrenzen   betonnen   omlijnen   

• aangeven waar de grenzen liggen vb: hij bakende eerst het onderwerp af Synoniem: begrenzen
• 1) Begrenzen 2) Afpalen 3) Afgrenzen 4) Afzetten 5) Traceren 6) Delimiteren 7) Demarqueren 8) Omschrijven 9) Lokaliseren 10) Omgrenzen 11) Aftekenen 12) Bakenen 13) Omlijnen 14) Omtrekken 15) Afmerken 16) Afperken 17) Bepalen 18) Grenzen stellen 19) Markeren 20) Aangeven 21) Jalonneren 22) Afbakening
• De afbakening (grens, demarcatie, afscheiding) aangeven d.m.v. merktekens of markeringen.
• door middel van bakens het bevaarbare of het onbevaarbare gebied aangeven. Vroeger ook bakenen genoemd. Gerelateerde termen: betonnen, verboeien, zie ook Links: Diverse termen inzake de bebakening.

Toon uitgebreidere definities

Wat is de verleden tijd van afbakenen?

De verleden tijd van afbakenen is 'bakende af'. Het voltooid deelwoord is 'heeft afgebakend'.

Wat betekent afbakenen?

'de grenzen aangeven (van iets)'

Hoe spel je afbakenen?

afbakenen spel je A F B A K E N E N

Wat is een ander woord voor afbakenen?

Andere woorden voor afbakenen zijn afbakening, afgrenzen, afpalen, afzetten, begrenzen, betonnen en omlijnen.

Zoek afbakenen op Woordenlijst.org
Zoek afbakenen op Google
Zoek afbakenen op Wikipedia