de advent

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:	[ɑt'fɛnt]
Afbreekpatroon:	ad·vent

periode van vier weken voor Kerstmis

Voorbeeld:

`adventskaars`

• •periode van vier weken voor Kerstmis. • [religie] de tijd waarin de komst en wederkomst van Jezus Christus worden verwacht.
• Let op: Spelling van 1858 adventus, Lat., de aan- of toekomst. De adventtijd, of de tijd van den advent, waarop, in de Roomsche kerk, de aankomst, of verschijning van Christus gevierd wordt, beginnende vier weken voor kersmis
• [christendom] (Latijn: adventus = komst) Tijd tussen de vierde zondag voor Kerstmis en kerstavond, waarin de christenheid zich voorbereidt op de komst van de Messias. De eerste zondag van advent is ook het begin van het kerkelijk jaar.
• 1) Komst 2) Christelijke feestdag 3) Periode voor de kerst 4) Periode voor kerstmis 5) Laatste vier weken voor kerstmis 6) Periode voor kerst 7) Vier weken voor kerstmis 8) Kerkelijk feest 9) Kersttijd 10) Laatste weken voor kerst 11) Protestantse feestdag 12) Tijd voor kerstmis 13) Naderende komst
• Advent is een Franse jongensnaam. Het betekent `geboren tijdens Advent`.

Toon uitgebreidere definities

• adventief• adventisme• adventist• adventkalender• adventskaars• adventsperiode• adventsstuk• adventstijd• adventszondag• adventtijd• adventzondag

advent (de vier weken voor Kerstmis)

1. Hoe schrijf je de namen van jaarlijks terugkerende religieuze periodes, klein, of met een hoofdletter? Zie advent / Advent
2. Hoe schrijf je samenstellingen van namen van jaarlijks terugkerende religieuze periodes, klein, of met een hoofdletter? Zie adventskaars / Adventskaars

Is het 'de advent' of 'het advent'?

Het is 'de advent', want advent is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die advent'.

Wat betekent advent?

'periode van vier weken voor Kerstmis'

Hoe spel je advent?

advent spel je A D V E N T

Zoek advent op Woordenlijst.org
Zoek advent op Google
Zoek advent op Wikipedia