acteren

werkw.

Uitspraak:	[ɑk'terə(n)]
Afbreekpatroon:	ac·te·ren
Vervoegingen:	acteerde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft geacteerd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) een rol spelen in een toneelstuk

Voorbeeld:	`Hij is pas op z'n vijfentwintigste begonnen met acteren`
Synoniem:	toneelspelen

2) in actie komen ^sport

Voorbeelden:	`in het achterveld acteren`, `Het damesteam acteert weer op landelijk niveau.`
Synoniem:	meedoen

Synoniemen

7 definities op Encyclo

een rol spelen in een toneelstuk of in een film vb: hij kan geweldig acteren
1) Optreden 2) Komediespelen 3) Toneelspelen 4) Toneel spelen 5) Spelen 6) Rol spelen 7) Doen alsof 8) Een rol uitbeelden 9) Een rol spelen
Acteren is doen alsof. Een toneelstuk opvoeren heet ook acteren. [basiswoordenlijst groep 8]
toneelspelen, zonder dat je ziet dat er toneel gespeeld wordt. Meestal door een acteur-actrice. zie ook de startpagina voor acteurs.
Toneelspelen, zonder dat je ziet dat er toneel gespeeld wordt. Je speelt iemand anders dan jezelf.

Deze woorden eindigen op acteren:

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Taaladvies

(`akte nemen van`) Is acteren in de betekenis van `akte nemen van` correct? Zie Acteren
Is to act een algemeen geaccepteerd anglicisme voor acteren (`handelen, een daad stellen, opereren, actief zijn`)? Zie to act / acteren (`handelen, een daad stellen, opereren, actief zijn`)
Wat is het verschil tussen een geweldig acteur en een geweldige acteur? Zie een geweldig acteur / een geweldige acteur

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

De verleden tijd van acteren is 'acteerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft geacteerd'.

'een rol spelen in een toneelstuk' en 'in actie komen'

acteren spel je A C T E R E N

Andere woorden voor acteren zijn doen alsof, een rol vertolken, komedie spelen, komespelen, toneelspelen en zich aanstellen.

Op andere websites

Recentelijk gezocht