aanwijzen

werkw.

Uitspraak:	[ˈanwɛizə(n)]
Afbreekpatroon:	aan·wij·zen
Vervoegingen:	wees aan (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft aangewezen (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) met de wijsvinger wijzen naar (iets of iemand)

Voorbeeld:	`een woord in een tekst aanwijzen`
aanwijzend voornaamwoord	(<woord waarmee je duidelijk maakt wie of welke je precies bedoelt>) `De aanwijzende voornaamwoorden zijn: die, dit, dat en deze.`

2) (iemand) uitkiezen

Voorbeeld:

`voor je pensionering een opvolger aanwijzen`

3) laten zien

Voorbeelden:	`De klok wijst aan hoe laat het is.`, `Boeien wijzen aan waar de vaargeul is.`
Synoniemen:	tonen, aangeven

Synoniemen

2 definities op Encyclo

1) Indiceren 2) Aanduiden 3) Aangeven 4) Aangewezen 5) Aanstellen 6) Aanstippen 7) Tonen 8) Aantonen 9) Duiden 10) Benoemen 11) Uitduiden 12) Uitwijzen 13) Wijzen 14) Vertonen 15) Demonstreren 16) Assigneren 17) Kenschetsen 18) Beduiden 19) Tentoonspreiden 20) Doen zien 21) Kiezen 22) Bestemmen
aangeven, toewijzen

Deze woorden beginnen met aanwijzen:

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Taaladvies

Wat is juist: een eerstaangewezene of een eerst aangewezene? Zie eerst aangewezene / eerstaangewezene
Schrijf je afwijzen met ei of ij? Zie afwijzen / afweizen

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

De verleden tijd van aanwijzen is 'wees aan'. Het voltooid deelwoord is 'heeft aangewezen'.

'met de wijsvinger wijzen naar (iets of iemand)' en '(iemand) uitkiezen' en 'laten zien'

aanwijzen spel je A A N W I J Z E N

Andere woorden voor aanwijzen zijn aanduiden, aangeven, aangewezen, indiceren, tentoonspreiden, tonen, uitduiden, uitwijzen, vertonen en wijzen.

Op andere websites

Recentelijk gezocht