aanwenden

werkw.
Uitspraak:  [ˈanwɛndə(n)]
Afbreekpatroon:  aan·wen·den
Vervoegingen:  wendde aan (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft aangewend (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

gebruiken
Voorbeeld:  `alle middelen aanwenden om je doel te bereiken`


Synoniemen
aangrijpen   aanwending   benutten   bezigen   gebruik   gebruik maken van   gebruiken   toepassen   toepassing   utiliseren   

3 definities op Encyclo
  • 1.aan boord leggen, te werk gaan. Voorbeeld: ‘Zij voelde zich schuldig tegenover haar zusters en het geheim dat zij wilde verdoken houden, drukte haar als een kwelling. Hoe moest zij het aanwenden?’ 2.voorwenden. Voorbeeld: ‘Zij wachten twee volle dagen. De derde dag eerst wenden zij aan: het ongedul...
  • 1) Toepassen 2) Hanteren 3) Benutten 4) Bezigen 5) Toepassing 6) Aangrijpen 7) Aanwending 8) Utiliseren 9) Gebruik 10) Gebruiken 11) Employeren
  • gebruiken, toepassen
Toon uitgebreidere definities

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van aanwenden?
De verleden tijd van aanwenden is 'wendde aan'. Het voltooid deelwoord is 'heeft aangewend'.
Wat betekent aanwenden?
'gebruiken'
Hoe spel je aanwenden?
aanwenden spel je A A N W E N D E N
Wat is een ander woord voor aanwenden?
Andere woorden voor aanwenden zijn aangrijpen, aanwending, benutten, bezigen, gebruik, gebruik maken van, gebruiken, toepassen, toepassing en utiliseren.

Op andere websites
Zoek aanwenden op Woordenlijst.org
Zoek aanwenden op Google
Zoek aanwenden op Wikipedia