aanvliegen

werkw.
Uitspraak:  ['anvlixə(n)]
Afbreekpatroon:  aan·vlie·gen
Vervoegingen:  vloog aan (verl.tijd enkelv.) Toon alle vervoegingen

1) (iemand) opeens en fel aanvallen
Vervoegingen:  is, heeft aangevlogen (volt.deelw.)
Voorbeelden:  `een automobilist aanvliegen na een botsing`,
`Dat idee vliegt me aan, ik ben er zenuwachtig van.`

2) met een vliegtuig aanvoeren
Vervoegingen:  heeft aangevlogen (volt.deelw.)
Voorbeeld:  `hulpgoederen voor de slachtoffers aanvliegen`

3) vliegend naderen
Vervoegingen:  is aangevlogen (volt.deelw.)
Voorbeelden:  `een vliegveld aanvliegen`,
`Daar komen heel veel kraaien aanvliegen.`


Synoniemen
aanvallen   naderen   

2 definities op Encyclo
  • `Jeukwoord.` Synoniem: aanpakken/plannen
  • 1) Naderen 2) Aangrijpen 3) Aanvallen 4) Zeer snel naderen
Toon uitgebreidere definities

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat betekent aanvliegen?
'(iemand) opeens en fel aanvallen' en 'met een vliegtuig aanvoeren' en 'vliegend naderen'
Hoe spel je aanvliegen?
aanvliegen spel je A A N V L I E G E N
Wat is een ander woord voor aanvliegen?
Andere woorden voor aanvliegen zijn aanvallen en naderen.

Op andere websites
Zoek aanvliegen op Woordenlijst.org
Zoek aanvliegen op Google
Zoek aanvliegen op Wikipedia