I aanstellen

werkw.

Uitspraak:	[ˈanstɛlə(n)]
Afbreekpatroon:	aan·stel·len
Vervoegingen:	stelde aan (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft aangesteld (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

(iemand) een functie geven

Voorbeeld:	`De directie heeft haar aangesteld als projectleider.`
Synoniemen:	benoemen, aannemen

II zich aanstellen

reflexief werkw.

Uitspraak:	[ˈanstɛlə(n)]
Afbreekpatroon:	aan·stel·len
Vervoegingen:	stelde zich aan (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft zich aangesteld (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

overdreven en raar doen

Voorbeeld:

`Je moet je niet zo aanstellen. Doe maar gewoon.`

Synoniemen

2 definities op Encyclo

1) Installeren 2) Komediespelen 3) Zich een air geven 4) Benoemen 5) Appointeren 6) Overdrijven 7) Eigenwijs doen 8) Aanleggen 9) Aanwijzen
erg overdrijven; in een functie plaatsen

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Taaladvies

Is aanduiden correct in zinnen als Hij werd als plaatsvervanger aangeduid? Zie Aanduiden / aanstellen, benoemen
Waar komt `Wat een poespas!` vandaan? Zie Wat een poespas!

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

De verleden tijd van aanstellen is 'stelde aan'. Het voltooid deelwoord is 'heeft aangesteld'.

'(iemand) een functie geven'

aanstellen spel je A A N S T E L L E N

Andere woorden voor aanstellen zijn aanwijzen, benoemen, installeren en komediespelen.

Op andere websites