aanspannen

werkw.

Uitspraak:	[ˈanspɑnə(n)]
Afbreekpatroon:	aan·span·nen
Vervoegingen:	spande aan (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft aangespannen (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

(een juridische zaak) beginnen

() `een proces aanspannen tegen een bedrijf wegens discriminatie`

beginnen   inspannen   

• 1.aan het werk zetten. Voorbeeld: ‘Lieveke werd dadelijk weer aangespannen en opgenomen in de werkkring der jeugd-actie’ 2.zich aanspannen: zich aan het werk zetten, zich inzetten voor. Voorbeeld: ‘Voor toneelstukken had de onderpastoor reeds gezorgd en een keus gedaan, - enkel naar de thuiskomst van...
• 1) Bevestigen 2) Beginnen 3) Trekken 4) Aanhangig maken 5) Aan de gang gaan 6) Rechttrekken 7) Samenspannen 8) Zich verenigen 9) Vastmaken 10) Pingelen 11) Strak trekken 12) In het gareel brengen 13) Straktrekken 14) Inspannen

Toon uitgebreidere definities

aanspannen

(een proces -) Is een proces inspannen correct? Zie Inspannen / aanspannen

Wat is de verleden tijd van aanspannen?

De verleden tijd van aanspannen is 'spande aan'. Het voltooid deelwoord is 'heeft aangespannen'.

Hoe spel je aanspannen?

aanspannen spel je A A N S P A N N E N

Wat is een ander woord voor aanspannen?

Andere woorden voor aanspannen zijn beginnen en inspannen.

Zoek aanspannen op Woordenlijst.org
Zoek aanspannen op Google
Zoek aanspannen op Wikipedia