aanslepen

werkw.
Uitspraak:  ['anslepə(n)]
Afbreekpatroon:  aan·sle·pen
Vervoegingen:  sleepte aan (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft aangesleept (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) (van een probleem) te lang zonder oplossing duren
Voorbeelden:  `De verbouwing zal zeker aanslepen tot volgend jaar.`,
`De blessure blijft aanslepen.`
Synoniem:  voortduren

2)
niet aan te slepen zijn  (heel erg goed verkocht worden) `Die goedkope koffie is niet aan te slepen.`

3) (achter iets) op de grond vooruit trekken
Voorbeeld:  `een slee achter een auto aanslepen`


1 definitie op Encyclo
  • 1) Te lang duren 2) Aanzeulen 3) Aanbrengen 4) Moeizaam aandragen 5) Met moeite aandragen
Toon uitgebreidere definities

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van aanslepen?
De verleden tijd van aanslepen is 'sleepte aan'. Het voltooid deelwoord is 'heeft aangesleept'.
Wat betekent aanslepen?
'(van een probleem) te lang zonder oplossing duren' en '' en '(achter iets) op de grond vooruit trekken'
Hoe spel je aanslepen?
aanslepen spel je A A N S L E P E N

Op andere websites
Zoek aanslepen op Woordenlijst.org
Zoek aanslepen op Google
Zoek aanslepen op Wikipedia